7
Installeren
7.1
De pomp opstellen
ID 0238/23062003
OPMERKING
Zorg dat de pompaansluitingen
spanningsloos worden geïnstalleerd
(dus geen zware belasting op de zuig-
en persaansluitingen). Het wordt
aangeraden om leidingcompensators te
gebruiken, zie de bovenstaande
tekening. Alleen op voorwaarde dat de
pomp is voorzien van een versterkt
gegoten huis, model DPVCF, kan de
kracht van boven naar beneden op de
flenzen in overeenstemming met de
onderstaande tabel zijn.
Tabel 6: Kracht van boven naar beneden DPVCF
Type
Max. belasting
[kNm]
16
DPVCF
DPVCF
DPVCF
DPVCF
2
4
10
18
9
18
26
52
ID 2637/15062005
ID2638/15062005
OPMERKING
Pompen die uit zichzelf niet stabiel of
stevig staan, dienen bevestigd te
worden op een voldoende sterke en
stabiele basis.
OPMERKING
Plaats de pomp waar mogelijk altijd in
een ruimte waar het minste risico
bestaat voor geluidshinder.
1.
Plaats en installeer de pomp op een vlakke,
stabiele ondergrond in een droge en vorstvrije
ruimte.
2.
Zorg ervoor dat voldoende lucht de koelvin van
de motor kan bereiken.
3.
Installeer de pomp met tegenflenzen. Pompen
met niet-genormaliseerde aansluitingen;
tegenflenzen worden meegeleverd.
4.
Installeer een klep op de toevoer- en op de
persaansluiting van de pomp.
5.
Indien de mogelijkheid bestaat dat het medium
bij een stilstaande pomp kan terugstromen,
wordt geadviseerd om een keerklep te
installeren.
6.
Zorg dat de inlaat van de pomp nooit verstopt
raakt.