#
Code
[A.6.3.1]
[4-08]
Modus:
▪ 0 (Geen beperking) (standaard):
Uitgeschakeld.
▪ 1 (Continu): Geactiveerd: U kunt één
vermogengrenswaarde (in A of kW)
instellen om aan te gegeven dat het
energieverbruik van het systeem
altijd tot deze waarde beperkt zal
worden.
▪ 2 (Digitale input): Geactiveerd: U
kunt
vermogengrenswaarden (in A of kW)
instellen om aan te gegeven dat het
energieverbruik van het systeem tot
deze waarden beperkt zal worden
wanneer
digitale ingang vraagt.
[A.6.3.2]
[4-09]
Type:
▪ 0
worden in A ingesteld.
▪ 1
grenswaarden
ingesteld.
[A.6.3.3]
[5-05]
Waarde: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
vermogenbeperking.
0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A)
[A.6.3.4]
[5-09]
Waarde: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
vermogenbeperking.
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard:
20 kW)
Amp.grensw v DI: Alleen van toepassing in het geval van een
vermogenbeperking op basis van digitale ingangen en op basis van
stroomwaarden.
[A.6.3.5.1]
[5-05]
Grenswaarde DI1
0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A)
[A.6.3.5.2]
[5-06]
Grenswaarde DI2
0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A)
[A.6.3.5.3]
[5-07]
Grenswaarde DI3
0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A)
[A.6.3.5.4]
[5-08]
Grenswaarde DI4
0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A)
kW-grenswaarde v DI: Alleen van toepassing in het geval van een
vermogenbeperking op basis van digitale ingangen en op basis van
vermogenwaarden.
[A.6.3.6.1]
[5-09]
Grenswaarde DI1
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard:
20 kW)
[A.6.3.6.2]
[5-0A]
Grenswaarde DI2
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard:
20 kW)
[A.6.3.6.3]
[5-0B]
Grenswaarde DI3
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard:
20 kW)
[A.6.3.6.4]
[5-0C]
Grenswaarde DI4
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard:
20 kW)
[A.6.3.7]
[4-01]
Voorrang: Niet van toepassing.
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1B – 2017.04
Beschrijving
tot
vier
verschillende
de
overeenstemmende
(Stroom):
De
grenswaarden
(Vermogen)
(standaard):
De
worden
in
kW
De gemiddeldentimer
De gemiddeldentimer corrigeert de invloed van de schommelingen
van
de
omgevingstemperatuur.
weersafhankelijk instelpunt gebeurt op basis van de gemiddelde
buitentemperatuur.
Er wordt over een geselecteerde tijdsinterval een gemiddelde
genomen van de buitentemperatuur.
#
Code
[A.6.4]
[1-0A]
Gemiddeldentimer buitentemperaturen:
▪ 0: Geen gemiddelde (standaard)
▪ 1: 12 uur
▪ 2: 24 uur
▪ 3: 48 uur
▪ 4: 72 uur
INFORMATIE
Als de energiespaarfunctie ingeschakeld is (zie [E-08]),
kan de gemiddelde buitentemperatuur alleen berekend
worden als de externe buitentemperatuursensor gebruikt
wordt.
Zie
"5.6
Een
opstellen" op
pagina 16.
De temperatuurafwijking via de externe
buitenomgevingstemperatuursensor
Alleen
van
toepassing
buitenomgevingstemperatuursensor
geconfigureerd.
U kunt de externe buitenomgevingstemperatuursensor ijken. Er kan
een afwijking op de thermistorwaarde ingegeven worden. De
instelling kan gebruikt worden om situatie te compenseren waarin de
externe buitenomgevingstemperatuursensor niet op de ideale plaats
(zie afbeelding) kan worden geplaatst.
#
Code
[A.6.5]
[2‑0B]
–5°C~5°C, stap: 0,5°C (standaard: 0°C)
Het gedwongen ontdooien
U kunt handmatig een ontdooien starten.
De beslissing om handmatig te ontdooien wordt genomen door de
buitenunit
en
hangt
af
warmtewisselaaromstandigheden.
gedwongen
ontdooien
aanvaard
gebruikersinterface verschijnen. Indien
verschijnt nadat het gedwongen ontdooien geactiveerd werd, heeft
de buitenunit het verzoek voor gedwongen ontdooien verworpen.
#
Code
[A.6.6]
Nvt
Wilt u een ontdooiproces starten?
Pompwerking
Wanneer de functie pompwerking gedeactiveerd is, wordt de pomp
stilgelegd als de buitentemperatuur hoger is dan de in [4-02]
ingestelde waarde. Wanneer de pompwerking geactiveerd is, kan de
pomp bij alle buitentemperaturen werken.
#
Code
Nvt
[F‑00]
Pompwerking:
▪ 0 (standaard): Uitgeschakeld als de
buitentemperatuur hoger dan [4‑02] is.
▪ 1:
buitentemperaturen.
Pompwerking tijdens abnormale debieten [F-09] bepaalt of de pomp
moet stoppen of verder mag werken wanneer het debiet abnormaal
is. Deze functie is alleen geldig in specifieke omstandigheden waarin
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
De
berekening
van
het
Beschrijving
externe
temperatuursensor
wanneer
een
externe
werd
geplaatst
en
Beschrijving
van
de
omgevings-
en
Wanneer
de
buitenunit
het
heeft,
zal
op
de
NIET binnen de 6 minuten
Beschrijving
Beschrijving
Mogelijk
voor
alle
63