5
Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
5.1
Overzicht: Richtlijnen met
betrekking tot mogelijke
toepassingen
Deze richtlijnen bieden een overzicht van de mogelijkheden van het
ROTEX-warmtepompsysteem.
OPMERKING
▪ De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen ter
informatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig als
gedetailleerde hydraulische schema's of grafieken
gebruikt
worden.
maatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch in
evenwicht brengen worden hier NIET getoond; deze
maken deel uit van de verantwoordelijkheden van de
installateur.
▪ Voor meer informatie over de configuratie-instellingen
om de werking van de warmtepomp te optimaliseren,
zie
"8 Configuratie" op pagina
INFORMATIE
De energiemeetfunctie is NIET van toepassing en/of NIET
geldig voor deze unit indien deze wordt berekend door de
unit. Indien er optionele externe meters worden gebruikt, is
het energiemeetdisplay geldig.
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om de volgende zaken in of op te
stellen:
▪ Het ruimteverwarmingssysteem in-/opstellen
▪ Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
▪ De tank voor warm tapwater in/opstellen
▪ De energiemeting instellen
▪ Het energieverbruik instellen
▪ Een externe temperatuursensor opstellen
5.2
Het ruimteverwarmingssysteem
in-/opstellen
Het
ROTEX-warmtepompsysteem
warmteafgevers in een of meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke
kamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende
vragen beantwoordt:
▪ Hoeveel kamers worden er verwarmd door het ROTEX-
warmtepompsysteem?
▪ Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en
hoeveel
bedraagt
hun
aanvoertemperatuur
ontworpen werden?
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming duidelijk zijn, adviseert
ROTEX onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
RGSQH10S18AA9W
Geothermische ROTEX HPU
4P374245-1 – 2014.03
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
De
gedetailleerde
hydraulische
38.
levert
aanvoerwater
waarvoor
de
regeling
van
5.2.1
Een enkele kamer
Vloerverwarming of radiatoren –
Kamerthermostaat met draad
Opstelling
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt
wordt
▪ De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op de
binnenunit aangesloten.
▪ De kamertemperatuur wordt geregeld door de gebruikersinterface,
die als kamerthermostaat gebruikt wordt. Mogelijke installaties:
▪ De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is in de kamer
geplaatst en wordt als kamerthermostaat gebruikt
▪ De
gebruikersinterface
binnenunit geplaatst en wordt als regelaar gebruikt dicht bij de
binnenunit + de gebruikersinterface (optionele apparatuur
RKRUCBL*)
is
kamerthermostaat gebruikt
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
aan
▪ #: [A.2.1.7]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [A.2.1.8]
▪ Code: [7-02]
Voordelen
▪ Economisch.
U
zij
kamerthermostaat nodig.
▪ Grootste
comfort
kamerthermostaatfunctie
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert in
volgende zaken:
▪ Een
stabiele
kamertemperatuur
temperatuur voldoet (groter comfort)
de
▪ Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotere
effectiviteit)
▪ De
laagst
mogelijke
effectiviteit)
A
B
a
(standaardapparatuur)
in
de
kamer
geplaatst
en
Waarde
2 (Best. kmrthrmst): De unit
werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface.
0 (1 AWT-zone): Primair
hebt
GEEN
additionele
en
effectiviteit.
De
kan
de
die
aan
de
aanvoerwatertemperatuur
Uitgebreide handleiding voor de installateur
is
bij
de
wordt
als
externe
slimme
gewenste
gewenste
(grotere
9