14.7
Werkingsgebied
14.7.1
Werkingsgebied: Binnenunit
Ruimteverwarming
A (°C)
25
20
15
10
5
0
0
10
–5
–10
A
Temperatuur intredend pekel
B
Watertemperatuur condensoruitlaat
Enkel werking back-upverwarming als het instelpunt <24°C is.
Werking warmtepomp (ondersteund door back-upverwarming in geval van onvoldoende capaciteit)
Warmtepomp + werking back-upverwarming
Bescherm tegen bevriezing door antivriesmiddel toe te voegen aan de pekelzijde. Zie ook opmerking.
Opmerking: Bij standaardinstellingen laat de unit werking met
temperaturen tot –5°C van het intredend pekel toe. Daardoor is de
pekelbevriezingstemperatuur mogelijk niet hoger dan –15°C. Voor
water-ethanolmengsels komt dit overeen met 29% ethanol (op
massa), voor water-propyleenglycolmengsels stemt dit overeen met
40% propyleenglycol (op volume).
Als de bevriezingstemperatuur van het middel hoger is dan –15°C,
moet het beschermingsniveau van de unit ter plaatse worden
verhoogd.
Raadpleeg de installatiehandleiding en/of de uitgebreide handleiding
voor de installateur voor instructies over het instellen van een
andere bevriezingstemperatuur van het middel (Tf) in de controller.
De unit werkt NIET bij een temperatuur intredend pekel van minder
dan Tf+10K.
Tf=aanpasbaar tussen 0°C en –15°C.
RGSQH10S18AA9W
Geothermische ROTEX HPU
4P374245-1 – 2014.03
20
30
40
14 Technische gegevens
50
60
70
B (°C)
4D083081-1A
Uitgebreide handleiding voor de installateur
85