#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
<< vervolg
▪ Abs+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ volgens
▪ Weersafh+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk
▪ volgens
#
Code
[A.3.1.2.3]
[0-00]
Weersafhank verwarm instellen:
[0-01]
T t
[0-02]
[0-01]
[0-03]
[0-00]
▪ T
(primair)
▪ T
RGSQH10S18AA9W
Geothermische ROTEX HPU
4P374245-1 – 2014.03
Beschrijving
De
gewenste
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
een
programma.
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
De
gewenste
(wat
betekent:
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
een
programma.
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
Beschrijving
[0-03]
[0-02]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
vervolg >>
#
Code
[A.3.1.2.3]
[0-00]
[0-01]
[0-02]
(wat
[0-03]
De
de
de
De
de
De aanvoerwatertemperatuur: Delta T generator
Het temperatuurverschil voor het retourwater en het aanvoerwater.
De unit is ontworpen om vloerverwarming te ondersteunen. De
aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur
gebruikersinterface) voor vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In
T a
dat geval wordt de unit aangestuurd om een temperatuurverschil van
5°C te bekomen, wat betekent dat de temperatuur van het
retourwater naar de unit ongeveer 30°C bedraagt. Afhankelijk van
de geplaatste toepassing (radiatoren, warmtepompconvectoren,
vloerverwarmingslussen) of de situatie kan het temperatuurverschil
tussen het retourwater en het aanvoerwater gewijzigd worden. Merk
op dat de pomp haar debiet zal regelen om de Δt constant te
behouden.
#
Code
[A.3.1.3.1]
[9-09]
Specifiek voor installaties die hogere watertemperaturen vereisen
(bijv. radiatoren)
8 Configuratie
Beschrijving
<< vervolg
▪ [0-03]:
buitenomgevingstemperatuur.
−20°C~5°C (standaard: −20°C)
▪ [0-02]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~20°C (standaard: 15°C)
▪ [0-01]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
eronder valt.
Tussen
de
minimum-
maximum-aanvoerwatertemperatuur
25°C~65°C (standaard: 60°C).
Opmerking:
Deze
waarde
hoger zijn dan [0-00], omdat bij lage
buitentemperaturen
warmer
nodig is.
▪ [0-00]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
erover komt.
Tussen
de
minimum-
maximum-aanvoerwatertemperatuur
25°C~65°C (standaard: 25°C).
Opmerking:
Deze
waarde
lager zijn dan [0-01], omdat bij hoge
buitentemperaturen
minder
water nodig is.
(ingesteld
via
Beschrijving
Verwarming: vereist
temperatuurverschil tussen retour- en
aanvoerwater. Gebied: 3~10°C (in
stappen van 1°C; standaardwaarde:
8°C).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Lage
Hoge
de
of
en
de
moet
water
de
of
en
de
moet
warm
de
47