Instellingen
6. Met het deksel de doseerbehuizing na de
afdraaiproef met de snelsluitingen (1)
luchtdicht sluiten.
8.3
Omsteken van de transportslangen
8.3.1
ED
Microgranulaatstrooien door slangaansluiting (1)
of (2).
1. Maak de wartelmoer los.
2. Steek de transportslang in tot aan de
aanslag.
3. Draai de wartelmoer handvast aan.
8.3.2
EDX
Microgranulaatstrooien door slangaansluiting (2)
of (3).
1. Maak de wartelmoer los.
2. Steek de transportslang in tot aan de
aanslag.
3. Draai de wartelmoer handvast aan.
De slangaansluiting (1) is bedoeld voor
aansluiting van de zaaigoedtransportslang.
18
Afb. 21
De transportslangen van de microgranulaatstrooier kunnen
afhankelijk van het strooigoed op verschillende posities worden
aangesloten.
Afb. 22
Fig. 23
Microgranulaatstrooier MGS-P BAH0051-2 01.15