3.
Druk de beelddiagnoseafdruk af en volg de instructies in
printkopreiniging als dit wordt aangeraden.
4.
Als de printkop goed functioneert, ga dan naar het frontpanel en tik op
papierdoorvoer. Kies de papierbron en dan Kalibratie papierdoorvoer. Zie
kalibreren op pagina
Als het probleem zich ondanks de hierboven beschreven maatregelen blijft voordoen, neem dan contact op met
een klantenservicevertegenwoordiger voor verdere ondersteuning.
De hele afbeelding is wazig of korrelig
1.
Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel
en in de software hebt geselecteerd. Zie
2.
Controleer of u de correcte zijde van het papier bedrukt.
3.
Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt (zie
sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren. Als
u bijvoorbeeld de schuifbalk voor afdrukkwaliteit hebt ingesteld op Snelheid, probeer dan de instelling
Kwaliteit Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigt, kunt u nu proberen de taak opnieuw af te
drukken voor het geval het probleem is opgelost.
4.
Lijn de printkoppen opnieuw uit. Zie
de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost.
5.
Reinig de druppeldetector van de printkop. Zie
6.
Ga naar het frontpanel en tik op
en dan Kalibratie papierdoorvoer. Zie
Als het probleem zich ondanks de hierboven beschreven maatregelen blijft voordoen, neem dan contact op met
een klantenservicevertegenwoordiger voor verdere ondersteuning.
148 Hoofdstuk 15 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
144.
Informatie over het papier bekijken op pagina
Printkoppen uitlijnen op pagina
. Tik vervolgens op Kalibratie papierdoorvoer. Kies de papierbron
De papierdoorvoer opnieuw kalibreren op pagina
Beelddiagnoseafdruk op pagina
166. Na het uitlijnen kunt u proberen
Reinig de druppeldetector van de printkop op pagina
157, waaronder
en vervolgens op Kalibratie
De papierdoorvoer opnieuw
34.
Afdrukken op pagina
51). In
144.
164.
NLWW