Microsoft Excel gebruiken
1.
Klik op Bestand > Afdrukken. Selecteer de naam van uw printer en klik vervolgens op de pijl terug om het
menu Bestand te verlaten.
2.
Selecteer het tabblad Pagina-layout, vervolgens Formaat en kies het papierformaat dat u wilt.
3.
Klik op Bestand > Afdrukken > Printereigenschappen om naar de printer driver te gaan. Selecteer het
tabblad Papier/kwaliteit, vervolgens Papierbron, Papiersoort en Afdrukkwaliteit.
4.
Klik op Layout/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek
formaat. U kunt de schaal ook aanpassen in Excel.
106 Hoofdstuk 9 Praktische afdrukvoorbeelden
NLWW