Daylight Dimming (daglicht-dimfunctie): deze instelling schakelt de daglicht-dimfunctie in (geel) of uit
(blauw) voor de zones. Doorgaans worden lichten die niet op de vloer gericht zijn, uitgesloten voor
automatisch dimmen bij daglicht (bijvoorbeeld whiteboard- of accentverlichting voor schilderijen en
dergelijke).
Daylight Minimum (daglichtminimum): het minimumniveau waarop de daglichtregeling zal dimmen.
Daylight Offset (Daglichtcompensatie): hoeveel (in %) de zones 2 en 3 minder zullen dimmen dan zone 1.
Voorbeeld: Stel dat alle zones beginnen van 100% en zone 1 55% wordt gedimd (van 100% naar 45%). Als
de compensatie van zone 2 30% bedraagt, zal zone 2 30% minder worden gedimd, dus slechts 55%-30% =
25% ten opzichte van het beginniveau. Het werkelijke niveau wordt dan 100%-25% = 75%. Deze functie
compenseert het feit dat zones verder weg van het raam minder daglicht krijgen en dus minder moeten
dimmen. Houd er rekening mee dat een zone met een compensatie niet lager zal dimmen dan de
opgegeven compensatie. Een daglichtminimum dat lager is dan de compensatie zal dus nooit worden
bereikt.
Sensorkalibratie: in de meeste gevallen zal de automatische kalibratie op basis van het geïnstalleerde
niveau volstaan voor de meeste toepassingen. Als u de kalibratie manueel wilt wijzigen, raden wij aan
eerst een automatische kalibratie uit te voeren, het resulterende lux-niveau te meten en vervolgens de
kalibratiefactor met de gewenste hoeveelheid te verhogen of verlagen. Als de automatische kalibratie
bijvoorbeeld 431 lux oplevert en de kalibratiewaarde is 57, maar u wilt 500 lux hebben, dan
vermenigvuldigt u 57 met 500/431 = 57*1,16 = 66. De automatische kalibratie is hierboven beschreven
onder EERSTE INSTALLATIE
De volgende groep instellingen zijn de Drukknopinstellingen.
uitgeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn voor gangen, trappen of andere situaties waar de
bewegingssensor doorgaans niet het volledige toepassingsgebied bestrijkt. Inschakeling van deze
instelling sluit Manual ON / Auto OFF (Manueel AAN / Auto UIT) uit en omgekeerd. Als u deze functie
inschakelt, wordt ook de mogelijkheid uitgeschakeld om een vertragingstijd in te stellen voor de
bewegingsdetectie (zie verderop).
Pushbutton Behaviour (Gedrag van de drukknoppen): Standaard is de
instelling altijd Global (Algemeen), wat de drukknopfunctietabellen
oplevert zoals beschreven in de hierboven beschreven toepassingen en
modi (de functionaliteit hangt af van de DALI-lijn waarop de knoppen zijn
aangesloten). Het is echter ook mogelijk het drukknopgedrag op 'Local'
(Lokaal) in te stellen. In dat geval werken de drukknoppen lokaal op de
DALI-lijn waarop ze als lokale zoneknoppen zijn aangesloten:
Manual ON / Auto OFF (Manueel AAN / Auto UIT): deze instelling is soms
vereist volgens de lokale voorschriften om te voorkomen dat de
verlichting automatisch wordt ingeschakeld. Indien ingeschakeld (geel),
zal deze zone alleen inschakelen via een drukknop of een ingreep via de
app, dus door een manuele handeling actie van de gebruiker.
Inschakeling van deze instelling sluit Manual OFF / Auto ON (Manueel UIT
/ Auto AAN) uit en omgekeerd.
Manual OFF / Auto ON (Manueel UIT / Auto AAN): Deze instelling
voorkomt dat verlichting die ingeschakeld is, automatisch wordt
41