Camera
Basisfuncties van de camera
Basisfuncties van de camera gebruiken
Kom meer te weten over de basisfuncties van uw camera om betere foto's te maken.
Een foto maken: Open
een foto te maken.
Een cameramodus selecteren: Open
in het onderste gedeelte van het scherm.
De brandpuntsafstand aanpassen: Spreid in de zoeker twee vingers om in te zoomen of knijp twee
vingers samen om uit te zoomen. Wanneer de afstand tussen uw apparaat en het voorwerp waarvan
u een foto maakt, groter is dan de optische zoom van de camera, neemt de fotokwaliteit af. Wanneer
u in- of uitzoomt, verschijnt er een zoombalk aan de zijkant van het scherm. U kunt het zoomniveau
ook met de zoombalk aanpassen.
De belichting aanpassen: Uw camera past de belichting automatisch aan op basis van het
omgevingslicht. Hoe langer de belichting, des te helderder de foto. Als u de belichting handmatig wilt
aanpassen, tikt u op het zoekerscherm en sleept u het pictogram
De flits in- of uitschakelen: Wanneer u foto's in een donkere omgeving maakt, schakelt u de flits in
om de helderheid van de omgeving te verhogen. Tik in de zoeker op
flitsmodi te selecteren:
Automatisch: De camera bepaalt automatisch op basis van het omgevingslicht of de flits moet
l
worden ingeschakeld.
Uit: De flits is uitgeschakeld.
l
Aan: De flits is ingeschakeld.
l
Continu aan: De flits is altijd ingeschakeld.
l
Verbeterd met AI. in- of uitschakelen: Tik in de zoeker op
of uit.
Camera gebruiken om video's op te nemen
Camera gebruiken om video's op te nemen, zodat uw herinneringen levendiger worden.
Een video opnemen: Ga naar
Een foto maken tijdens een video-opname: Tik op
een foto te maken.
Camera. Tik in de zoeker op
Camera en kies een vooraf geïnstalleerde cameramodus
Camera > Video en tik op
of druk op de volume lager-knop om
omhoog of omlaag.
om een van de volgende
AI
en schakel Verbeterd met AI. in
om een video op te nemen.
om tijdens het opnemen van een video
37