3-INSTALLATIE EN MONTAGE
Wanneer muren gepasseerd moeten worden die van ontvlambaar materiaal gemaakt zijn MOET DE INSTALLATEUR de buis van de kachel die
door deze muur loopt op passende wijze isoleren met geschikt isolatiemateriaal (dikte 1,3-5 met min. thermische geleidbaarheid van 0,07 W/m°K).
De buis in de muur moet echter goed geïsoleerd zijn om geen warmte te verliezen en de lucht geruisloos naar buiten te laten komen.
Het is raadzaam de kanaliseringen van gelijkte lengte tot stand te brengen om de lucht gelijkmatig te verspreiden,
anders zal de lucht de voorkeur aan de korste kanalisering of aan die met de minste bochten geven.
In het voorbeeld van afbeelding 6 en 7 (voor- en acnteraanzicht) heeft de kanalisering over 8 meter een gelijke lengte, dus leidingen (B)
hebben elk een lengte van circa 4 meter. In geval van kanaliseringen met verschillende lengtes moet het totaal altijd maximaal 8 meter
zijn (bijvoorbeeld 3 + 5 meter). In dit geval zal de warmte niet op gelijke wijze over de vertrekken verdeeld worden.
De hercirculatie van de lucht van de omgeving vindt plaats via de geperforeerde plaat op de achterkant van de kachel.
Het is mogelijk het luchtvolume te kiezen waarvan men wilt dat het op onafhankelijke wijze uit de bovenkant of uit de achterkant van de
kachel komt, door het ventilatievermogen rechtstreeks met de afstandsbediening te regelen.
B
AFBEELDING 6 – VOORAANZICHT LUCHTAFVOERINSTALLATIE
VERWIJDEREN VAN HET LUCHTROOSTER
Als men besluit om de lucht te kanaliseren, moet het rooster E verwijderd worden dat zich op de achterkant van de kachel bevindt. Neem
de twee schroeven aan de bovenkant weg en maak rooster E los van de inklemmingen.
SCHROEF
E
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
A
B
A
B
AFBEELDING 7 – ACHTERAANZICHT LUCHTAFVOERINSTALLATIE
E
INKLEMMINGEN
B
19