4. Installatie
4.10 Elektrische aansluitingen
34
4.10.1.
Aanbevelingen
WAARSCHUWING
De elektrische aansluitingen moeten altijd
4
spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door
erkende installateurs.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te
4
sluiten.
Voer de elektrische aansluitingen van het apparaat uit volgens:
4 De voorschriften van de geldende normen,
4 De aanwijzingen van de met het apparaat meegeleverde
elektrische schema's,
4 De aanbevelingen in de handleiding.
België: De aarding dient te voldoen aan de norm AREI.
Duitsland: De aarding dient te voldoen aan de norm VDE 0100.
Frankrijk: De aarding dient te voldoen aan de norm NFC 15-100.
Andere landen: De aarding dient overeen te stemmen met de
geldige installatienormen.
OPGELET
Scheid de sensorkabels van de stroomvoerende
4
kabels 230/400 V.
De installatie moet voorzien zijn van een
4
hoofdschakelaar.
Het apparaat is voorbekabeld bij levering.
De stroomvoorziening vindt plaats via een aansluitkabel op het
spanningsnet (~230 V, 50 Hz) en een stopcontact.
Het stopcontact moet altijd bereikbaar blijven.
4.10.2.
Aansluiting van de zonneregelaar
GEVAAR
Het apparaat niet blootstellen aan sterk magnetische
velden.
Houd de elektrische aansluitkabel gescheiden van de
kabels van de sensoren.
200SE-2S - 300SE-2S
26/04/2016 - 7607576-06