9.1.5
Positieknoppen
U kunt de voorgeprogrammeerde therapeutische en veiligheidsgerelateerde posities instellen met de
volgende knoppen:
Trendelenburgpositie 17
Cardialestoelpositie 18
Onderzoekspositie 19
Bed verlaten-positie 20
CPR-positie (reanimatie) 21
Stel de positie als volgt in:
Schakel het toetsenbord in door op de GO-knop te drukken.
Hou de functieknop ingedrukt tot de gewenste positie bereikt is.
Trendelenburgpositie
De trendelenburgpositie helpt anti-shock omstandigheden creëren voor de patiënt.
Instellingen na het indrukken van positieknop 17:
Alle elementen van het matrasplatform worden in hun laagste stand teruggebracht.
Het matrasplatform wordt ingesteld op een kanteling van 16° (hoofd lager dan de voeten).
Het bed beweegt vanuit om het even welke matraspositie binnen de 30 seconden naar de trendelenburgpositie.
U kunt deze functie niet uitschakelen.
Cardialestoelpositie
De cardialestoelpositie is voor patiënten met hartritmestoornissen en ademhalingsmoeilijkheden.
Instellingen na het indrukken van positieknop 18:
Het voeteinde van het matrasplatform wordt in de laagste stand gekanteld.
De rugsteun en de dijsteun worden rechtop gebracht.
U kunt deze functie uitschakelen. Indien individuele functies (bijvoorbeeld het bijregelen van de dijsteun) uitge-
schakeld zijn, worden ze niet uitgevoerd.
Onderzoekspositie
De onderzoekspositie is geschikt voor:
Het onderzoeken van de patiënt.
Het uitvoeren van een procedure op de patiënt.
Het verplaatsen van de patiënt naar een ander bed.
Instellingen na het indrukken van positieknop 19:
De rugsteun en de bovenste dijsteun worden naar de horizontale stand gebracht.
Het matrasplatform wordt naar de hoogste positie bewogen.
U kunt deze functie uitschakelen. Indien individuele functies (bijvoorbeeld het bijregelen van de dijsteun) uitge-
schakeld zijn, worden ze niet uitgevoerd.
24