Gebruiksaanwijzing
Het matrix scherm
Op het matrix scherm worden de programmaprofielen weergegeven en wordt tijdens het trainen
op een programma uw positie in dat programma aangegeven.
Computerknoppen
QUICK START:
Door de QUICK START knop in te drukken kunt u direct beginnen met lopen zonder iets in te
stellen. De tijd en alle andere gegevens zullen automatisch gaan lopen vanaf de 0.
STOP / HOLD TO RESET
A.
Tijdens het trainen kunt u op de STOP knop drukken om de loopband tot stilstand te
brengen. De computer is in de PAUZE stand, waarbij alle gegevens bewaard worden. U kunt
de computer en de loopband weer activeren door op de SPEED omhoog knop
B.
Wanneer de loopband langer dan 2 minuten niet wordt gebruikt, zal de computer
automatisch naar de stand-by modus gaan.
C.
U kunt alle gegevens van het scherm wissen door de STOP knop lang ingedrukt te houden.
INCLINE
Met behulp van de INCLINE knoppen kunt u de helling van het loopvlak verhogen of verlagen. De
helling is instelbaar van 0%-15%.Tevens kunt u tijdens het instellen van de programma's deze
knoppen gebruiken om een programma of bepaalde functies te selecteren.
SPEED
Met behulp van de SPEED knoppen kunt u de snelheid verhogen of verlagen. Wanneer u op de
SPEED omhoog knop drukt, zonder iets ingesteld te hebben, begint de loopband te lopen vanaf de
minimale snelheid. De maximale snelheid van de loopband is 20km/uur.
FAN OPTION:
Tijdens het trainen kunt u op de FAN knop drukken om de ventilator te activeren. De ventilator is
in 3 standen instelbaar: low, mid en high.
START:
Druk de START knop in om te beginnen met het instellen van de programma's
ENTER:
Met de ENTER knop bevestigt u een ingestelde waarde
DE NUMERIEKE TOETSEN:
U kunt deze toetsen gebruiken voor het invoeren van gegevens en het instellen van
functiewaarden.
-3-
TR-33
te drukken.