Een elektronisch thermisch relais is geen sluitende motorbeveiliging, een beveiliging
met behulp van thermistoren is altijd de meest optimale. De thermistoren kunnen
direct op de L200 worden aangesloten. Bij meermotoren bedrijf elke motor bij
voorkeur voorzien van een thermistor.
B032 Nullaststroom aangesloten motor
Wijkt de motor in vermogen sterk af van de gekozen L200 dan zal de
stroomuitlezing onder d002 niet kloppen. De nullaststroom zal dan handmatig
dienen te worden ingesteld om zo tot een goede uitlezing te komen.
fabrieksinstelling 100%.
B083 Modulatiefrequentie
De modulatiefrequentie kan worden ingesteld tussen de 2 en 14 kHz.
fabrieksinstelling 5kHz.
Voor een stille motor is veelal een zo hoog mogelijke schakelfrequentie gewenst.
Echter om aan de EMC-richtlijnen te voldoen, mag de schakelfrequentie niet hoger
zijn dan 5 kHz!
Het verlagen van de modulatiefrequentie vermindert de warmteverliezen en heeft
een gering positief effect op het te leveren motorkoppel. Bij een hogere
schakelfrequentie dan 5kHz mag de L200 niet continu zijn nominale stroom
leveren maar moet de belasting worden verminderd (derating) . Wordt dit niet
gedaan dan zal dit leiden tot een defect van de L200! Een alternatief kan zijn de
schakelfrequentie automatisch te laten reduceren door b150 op 01 te zetten.
17