8.2
Inbedrijfstelling in een totale installatie
•
In- en uitschakelprocedures, opstarten van de installatie, controle-inrichtingen volgens de bedienings-
handleiding voor de totale installatie in acht nemen!
•
Vóór het inschakelen / opstarten van de installatie veilig stellen dat niemand door de opstartende instal-
latie gevaar kan lopen.
•
Alle personen moeten worden gewaarschuwd dat de cilinder (de installatie) gaat bewegen.
•
Voordat de installatie in bedrijf wordt gesteld moeten alle bescherminrichtingen, eindschakelaars, vei-
ligheidsaardingen en overige beschermingsmaatregelen op correct functioneren en volledigheid worden
gecontroleerd. De gehele installatie dient te worden gecontroleerd op onderdelen en obstakels die er niet
in thuishoren.
•
Binnen de gevarenzone mogen zich tijdens de inbedrijfstelling geen personen of voorwerpen bevinden.
•
Bij de eerste inbedrijfstelling moet erop worden gelet dat de juiste installatiegegevens worden ingevoerd.
De zuiger in drukloze staat met de hand over de gehele lengte twee slagen heen en weer bewegen.
•
•
Zuiger in de middelste stand zetten.
•
Beide ventielnaalden voor de eindpositiedemping volledig dicht draaien.
•
Installatie langzaam beluchten om ongecontroleerde, gevaarlijke bewegingen te voorkomen
(softstartventiel uit ons leveringsprogramma).
•
Snelheid met snelheidsregelventiel instellen.
•
Eindpositiedemping met ventielnaald instellen.
Let hierbij op de toelaatbare massa en snelheid volgens het dempingsdiagram in de catalogus OSP-L..
8.3
Inbedrijfstelling na langere, drukloze staat
•
In drukloze staat de zuiger met de hand over de gehele lengte twee slagen heen en weer bewegen.
•
Zuiger in de middelste stand zetten.
•
Ga verder te werk zoals beschreven OSP-L in hoofdstuk 8.1.
9
Uitbouw uit de installatie
Gevaar voor beknelling en oogletsel
Ga bij de demontage van de OSP-L bijzonder voorzichtig te werk. Neem hoofdstuk 2,
pagina 4 'Veiligheid' en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht.
De volgende gevaren bestaan:
•
Restdruk in leidingen en stuurelelementen
- Cilinder/installatie langzaam drukloos maken om de restdruk uit leidingen en instelelementen te
verwijderen.
•
Zware delen die na het losdraaien eraf kunnen vallen
- Aangebouwde, zware delen die na het losdraaien eraf kunnen vallen moeten worden
ondersteund.
- Er moet voor worden gezorgd dat zich geen personen ophouden in de buurt van lasten die
eraf kunnen vallen.
Scherpe kanten
•
- Om snijwonden aan scherpe kanten te voorkomen moeten beschermende handschoenen
worden gedragen.
•
Positioneren van de zuiger
- Om ongecontroleerde bewegingen van de zuiger te voorkomen moet de cilinder/installatie
langzaam worden ontlucht.
- Verticaal geplaatste zuigers moeten vóór het ontluchten naar de onderste eindpositie worden
gepositioneerd..
11
NL