Als na ongeveer 7 minuten de
bandenspanning lager dan 2 bar blijft,
is de band niet te repareren; neem
contact op met het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F Zet de schakelaar in de stand "O".
F Ontkoppel de stekker van de compressor
van de 12 V-aansluiting in de auto.
F Vervang de dop op het ventiel.
F Verwijder de set.
F Verwijder de flacon met afdichtmiddel en
berg deze op.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij een lid van
het dealernetwerk of een officieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
F Ga onmiddellijk ongeveer vijf kilometer bij
lage snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden,
zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F Zet de auto stil, controleer de reparatie en
meet de bandenspanning met de set.
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80 km/h.
Controle/aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
In geval van pech
F Verwijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F Sluit de slang aan op het ventiel en zet hem
stevig vast.
F Controleer of de schakelaar van de
compressor in de stand "O" staat.
F Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
08
245