AANSLUITING HYGROSTAAT VOOR
AAN/UIT REGELING:
V-modellen:
Het potentiaalvrije contact van de ruimte- en/of
kanaalhygrostaat wordt op de klemmen 7 en 8
aangesloten. De selector op de regelprint dient in de
positie 'POT' te staan (Op deze wijze kan desgewenst
ook de Varivap uitvoering aan/uit geregeld worden).
Opmerking:
Grotere leidingweerstanden dan 100 Ohm veroorzaken
een gereduceerde capaciteit.
V 80
De V80 wordt standaard in 2 trappen geregeld, hiervoor
dient een tweetrapshygrostaat te worden toegepast.
Beide selectors op de regelprints moeten in de positie
'POT' staan.
Opmerking:
Storingen als gevolg van inductieve invloeden
dienen te worden voorkomen.
Daarom afgeschermde kabel gebruiken! Zie ook
blz. 5; instructies m.b.t. E.M.C. richtlijnen.
VAPAC aan/uit units (V-serie) V4 t/m V60:
Keuzeselector De selector op de regelprint
in de positie 'POT'.
Max. leidingweerstand:
100 Ohm.
POT
VAPAC aan/uit units (V-serie) V 80:
Keuzeselector
POT
De V80 wordt standaard in 2-trappen geregeld, er
dient een tweetrapshygrostaat te worden toegepast.
Er mag geen elektrische koppeling tussen deze
contacten aanwezig zijn!
Beide selectors in de positie 'POT'
Wanneer regeling in 2-trappen niet gewenst wordt,
dient een 2-polig relais (twee maakcontacten) te
worden toegepast.
Vrijgavecircuit:
Een vrijgavecircuit, bestaande uit potentiaalvrije contacten
van maximaalhygrostaat, schakelklok of elektrische
koppeling tussen ventilatormotor en bevochtiger, enz. kan
het beste in serie met de hygrostaat worden aangesloten.
Het stuurstroomcircuit in het apparaat blijft dan operatio-
neel, systeemdata behouden en een eventueel inge-
bouwd digitaal display blijft actief.
Hiervoor is een relais opgenomen volgens onderstaand
schema. Alle noodzakelijke vrijgavecontacten worden in
serie opgenomen tussen de klemmen 4 en 5.
Beveilingscircuit:
Wanneer een volledige uitschakeling van het stuur-
stroomcircuit gewenst wordt, kan de verbinding tussen
de klemmen 9 en 10 worden verbroken middels één of
meer potentiaalvrije contacten (eerst lus verwijderen).
Zie onderstaande opmerkingen.
6
LET OP: Onderbreking van het stuurstroomcircuit op
hygrostaat
de klemmen 9 en 10 heeft een (mogelijk ongewenste)
7
reset tot gevolg van een eventuele "automatische
stopfunctie" en/of melding van een lage capaciteit
8
(zie ook "storing zoeken"; blz. 23). Een vrijgavecircuit in
serie met het regelsignaal verdient dan ook de voorkeur
(zie boven).
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de maximaalhygrostaat op vol-
doende afstand van de stoomverdeelpijp(en)
6A
worden gemonteerd, om pendelbedrijf te voor-
hygrostaat
komen!
7A
8A
6B
hygrostaat
7B
8B
1 6
A1A2
4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8
14
v r i j g a v e c i r c u i t
12 11
tussen klem 4 en 5.
o o o o o
o
9
lus
o o o o o
o
1 0