MONTAGE-INSTRUCTIE VOOR STOOMVERDEELPIJP(EN) EN STOOMSLANG
Stoomverdeelpijpen
Voor de Vapac Microvapserie zijn twee diameters stoom-
verdeelpijpen beschikbaar met verschillende insteekleng-
ten. Selectie vindt plaats volgens de tabellen. Hierin kan
de bij de kanaalbreedte passende stoomverdeelpijp
worden gevonden. Een te grote lengte kiezen is niet zin-
vol, daar de extra afkoeling die hierdoor ontstaat tot extra
condensatie in de pijp zal leiden.
De plaatsing van de stoomverdeelpijp(en) t.o.v. de unit is
essentieel in verband met een condensaatvrije stoom-
toevoer voor bevochtiging. Het in de stoomslang en
stoomverdeelpijp gevormde condensaat moet òf
teruglopen door de stoomslang naar de Vapac òf op
het laagste punt middels een separate
condenswaterafscheider worden afgevoerd. Vapac
levert diverse typen condenswaterafscheiders voor zowel
positieve- als negatieve systeemdrukken (zie blz 19).
Voor een juiste installatie, met een optimale loop van
stoom- en condensleidingen, moet al in ontwerpstadium
over de wijze van condensterugvoer of afvoer worden
beslist.
Montage van de stoomverdeelpijp; diam. 35 mm:
H Kanaalhoogte
B Kanaalbreedte
L Lengte stoomverdeelpijp
(zie tabel voor standaard lengten)
1. Speciale stoomslang ø 46/35 mm, minimale buigstraal
250 mm, maximale lengte ca. 5 m.
2. Stoomverdeelpijp van r.v.s. met montageflens
3. Slangklem
4. Koperen bocht (65 mm rad.; ø 35 mm)
- geadviseerd alternatief als minimale buigstraal van
stoomslang niet kan worden aangehouden.
5. Kort stukje stoomslang met 2 slangklemmen, voor
bevestiging van koperen bocht aan stoomverdeelpijp.
Bestudeer de afbeeldingen op blz. 11, nr. 1 t/m 5 voor de
te treffen voorzieningen. Let hierbij vooral op het schuin
aflopen van de stoomverdeelpijp.
Detail A - Dit is de standaard-installatiemethode en alle
pijpen verlaten de Vapac fabriek om op deze wijze
gemonteerd te worden.
Details B & C - Voor deze installatiemethoden moet de
stoompijp als zodanig besteld worden.
Montage in het luchtkanaal
Om de stoomverdeelpijp te monteren moet op de gekozen
plaats een gat met een diameter van 65 mm worden
gemaakt in het kanaal. (zie fig. 6, blz. 11)
De stoomverdeelpijp wordt dan in het gat gestoken en de
gaten in de flens afgetekend en geboord. Er moet wel op
gelet worden dat de pijp wordt geplaatst overeenkomstig
de gekozen installatiemethode volgens de afbeeldingen
1 t/m 5 op blz. 11.
Stoomslang (ø 35 mm inw.diam, ø 46 mm uitw.diam.)
De stoomslang moet met afschot worden gemonteerd
(min. 8-12 %), zodat condenswater terug kan lopen
naar het apparaat (of naar een condenswaterafscheider,
indien gemonteerd), zodat geen condenswater in het
luchtkanaal terechtkomt. Bij toepassing van langere
stoomslangen (meer dan 2m) moet in een voldoende
ondersteuning worden voorzien, zodat geen condens-
zakken ontstaan. Na inschakeling moet nogmaals worden
gecontroleerd of inderdaad voldoende ondersteuning
aanwezig is en of de condenswaterafvoer op de juiste
wijze plaatsvindt. Het gebruik van isolatie om de stoom-
slang zal, vooral wanneer grotere lengten onvermijdelijk
zijn, de condensatie beperken.
Alternatief
De verbinding(en) tussen de Vapac en de stoomverdeel-
pijp kan ook met koperen pijp ø 35 mm worden uitge-
voerd, mits goed geïsoleerd, om condensaatvorming zo-
veel mogelijk tegen te gaan. De aansluitingen aan beide
uiteinden van de koperen leiding kunnen met een kort
stukje stoomslang en slangklemmen worden
gemaakt.Koperen bochten gebruiken. (geen knieën).
Benodigde stoomverdeelpijpen
Microvap
V4
Model
VP4 VP8 VP15 VP30/40 VP60
Omkasting-
grootte
1
Max. cap. kg/h
4
35mm aantal
1
54mm aantal
-
Stat.kanaal druk
max. (+)
Pa
Stoomverdeelpijpselectie
ø 35mm
kanaalbreedte insteeklengte
B mm
L mm
320-470
300
(max. 4 kg/h)
470-670
450
(max. 8 kg/h)
620-770
600
770-920
750
920-1070
900
1070-1200
1050
1 2
V8
V15
V30/40
2
3
4
8
1 5
4 0
55(60)
1
1
-
-
-
1
1000
2000
Stoomverdeelpijpselectie
ø 54mm
kanaalbreedte insteeklengte
B mm
700-950
950-1450
1450+
V60
V80
VP80
5
6
8 0
-
-
2
2
L mm
(kg)
650 (1,8)
900 (2,2)
1400(3,2)