Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de hieronder getoonde klaviertoetsen
om het volume van de gelaagde tonen in te
stellen.
C1
C2
C3
Volume van de gelaagde toon
(Tweede toon die u selecteerde)
• Houd om terug te gaan naar de oorspronkelijke
instelling van het volume de FUNCTION toets
ingedrukt en druk dan tegelijkertijd op beide toetsen.
C4
C5
C6
C7
Midden
Volume van de hoofdtoon
(Eerste toon die u selecteerde)
Gebruik van effecten
Zaalsimulator: Laat uw noten resoneren.
Zweving
• Zie "Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen" (pagina NL-26) voor
details betreffende het gebruik van de klaviertoetsen
voor het maken van instellingen.
Toepassen van een zaalsimulator
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de klaviertoets die correspondeert
C8
met de naam van de zaalsimulator die u wilt
selecteren.
Naam van
zaalsimulator
DUTCH CHURCH
STANDARD HALL
BERLIN HALL
FRENCH
CATHEDRAL
Toepassen van zweving op een toon
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en ga
door de beschikbare instellingen met de
Chorus (zweving) klaviertoets.
• Bij indrukken van de Chorus (zweving) klaviertoets
laat de Digitale Piano een piepgeluid klinken dat de
geselecteerde instelling aangeeft, zoals getoond in de
onderstaande tabel.
• Zweving
Aantal pieptonen
1 (lang)
1 (kort)
2
3
4
Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal
produceren. DSP is toegewezen aan elke toon wanneer
de Digitale Piano ingeschakeld is.
Spelen met verschillende tonen
: Voegt meer ruimtelijkheid toe aan uw
noten.
Beschrijving
Amsterdamse kerk met akoestiek
die geschikt is voor muziek
Standaard concertzaal
Klassieke concertzaal van het
Berlijnse arenatype
Grote gotische kathedraal in Parijs
Instelling
Uit (OFF)
Lichte zweving
Middelmatige zweving
Diepe zweving
Flanger (suizend effect)
NL-9