10
Besturingseenheid
10.1
Bediening van het bedieningspaneel
1 Meldingsregel
2 Knoppen "▼" / "▲"
•
Cijfers instellen.
3 Knoppen "" / ""
•
Cijfers selecteren.
4 Knop "OK"
•
Invoer
bevestigen/kwiteren.
•
Navigeren door het
menu.
5 Schuifbalk "omhoog" /
"omlaag"
•
Bladeren door het
menu.
6 Knop "Terug bladeren"
•
Annuleren.
•
Terugkeren naar het
hoofdmenu.
7 Knop "Helpteksten
weergeven"
•
Weergave van
helpteksten.
10.2
Aanraakscherm kalibreren
Als de aanraakknoppen niet juist reageren, kunt u het aanraakscherm
kalibreren.
1.
Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar.
2.
Raak met uw vinger voor langere tijd het aanraakscherm aan.
3.
Zet de hoofdschakelaar aan terwijl u het aanraakscherm aanraakt.
–
De besturing gaat bij de start van het programma
automatisch naar de functie "Update / Diagnostics".
4.
Tik op de knop "Aanraakfunctie kalibreren".
8
Weergegeven waarde
9
Knop "Handbediening"
•
Voor functionele tests.
10 Knop "Stopmodus"
•
Voor de inbedrijfstelling.
11 Knop "Automatische
bedrijfsmodus"
•
Voor continu gebruik.
12 Knop "Setup menu"
•
Voor het instellen van
parameters.
•
Foutgeheugen.
•
Parametergeheugen.
•
Weergave-instellingen.
•
Info over het basisvat.
•
Info softwareversie.
13 Knop "Info menu"
•
Weergave van algemene
informatie.
Variomat Touch — 09.2020 - Rev. A
5.
Tik achtereenvolgens op de getoonde kruisen op het
aanraakscherm.
6.
Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar uit en vervolgens
weer aan.
Het aanraakscherm is volledig gekalibreerd.
10.3
Instellingen in de besturing tot stand brengen
De instellingen in de besturing kunnen worden tot stand gebracht
onafhankelijk van de geselecteerde en actieve bedrijfsmodus.
10.3.1 Gebruikersmenu
10.3.1.1 Overzicht gebruikersmenu
De installatiespecifieke waarden kunnen worden gecorrigeerd of
opgevraagd via het gebruikersmenu. Tijdens de eerste inbedrijfstelling
moeten eerst de fabrieksinstellingen worden aangepast aan de
specifieke voorwaarden van de installatie.
Opmerking!
De beschrijving van de bediening, zie hoofdstuk 10.1 "Bediening
van het bedieningspaneel" op pagina 21.
Er is een PM-code van drie cijfers toegewezen aan de afzonderlijke
instelopties
PM-
Beschrijving
code
001
Taal kiezen
002
Tijd instellen
003
Datum instellen
Nulijking uitvoeren
–
Het basisvat moet leeg zijn
–
Er wordt gecontroleerd of het signaal van de
niveaumeting overeenkomt met het gekozen basisvat.
005
Min. werkdruk P
instellen, zie hoofdstuk 8.2 "Schkelpunten
0
Variomat" op pagina 17.
Ontgassing >
010
•
Ontgassingsprogramma
–
Geen ontgassing
–
Permanente ontgassing
–
Intervalontgassing
–
Naloopontgassing
011
•
Duur permanente ontgassing
Bijvulling >
023
•
Maximale bijvultijd ...min
024
•
Maximale bijvulcycli... /2 uur
027
•
Met watermeter "Ja/Nee"
–
indien "Ja": doorgaan met 028
–
indien "Nee": doorgaan met 007
028
•
Bijvulhoeveelheid (reset) "Ja/Nee"
–
indien "Ja", resetten op waarde "0"
029
•
Maximale bijvulhoeveelheid ... l
Besturingseenheid
Nederlands — 21