Montage
De aansluitingen naar de installatie zijn gemarkeerd door stickers op de
besturingseenheid:
Pumpen
Überströmung
Zur Anlage
Zur Anlage
Aansluiting
Aansluiting
"Pomp naar
"Overstroomklep
installatie"
naar installatie"
Aansluiting op de installatie
1
Warmtegenerator
2
Optionele uitrusting
3
Volgvat
4
Reflex snelkoppeling R 1 x 1
5
Basisvat
6
Aansluitset basisvat
7
Besturingseenheid (voorbeeld)
EC
Ontgassingsleiding
•
gasrijk water vanuit de installatie
•
ontgast water naar de installatie
LIS
Niveaumeting "LIS"
WC
Bijvulleiding
MAG Drukexpansievat
Zo nodig, installeer een membraan-drukexpansievat MAG ≥ 35 liter
(bijv. Reflex N). Het wordt gebruikt om de schakelfrequentie te
verminderen en kan tegelijkertijd worden gebruikt voor de individuele
bescherming van de warmtebronnen. Volgens DIN / EN 12828 moeten
in verwarmingsinstallaties afsluitorganen worden geïnstalleerd tussen
het apparaat en de warmtebron. Voor het overige moeten beveiligde
afsluiters worden geïnstalleerd.
Expansieleidingen "EC"
Voor de ontgassingsfunctie moet u twee expansieleidingen "EC" leggen.
•
Een leiding vanuit de installatie voor het gasrijke water.
•
Een leiding naar de installatie voor het ontgaste water.
De nominale aansluitdiameter "DN" voor de expansieleidingen "EC"
dient te worden berekend voor de minimale werkdruk "P
12 — Nederlands
Nachspeisung
Zum Behälter
Aansluiting
"Bijvulling naar
installatie"
Berekening P
De nominale aansluitdiameter "DN" geldt voor een lengte tot 10 m van
de expansieleidingen. Daarboven kiest u de volgende grotere afmeting.
De koppeling moet in de hoofdvolumestroom "V" van de installatie
gebeuren. In stromingsrichting van de installatie wordt eerst de
koppeling van de gasrijke expansieleiding tot stand gebracht alvorens
de expansieleiding met het ontgaste water aan te sluiten.
Voorkom het binnendringen van grof vuil, waardoor een overbelasting
van de vuilvanger "ST" kan ontstaan. Sluit de expansieleidingen "EC"
volgens de nevenstaande installatie-varianten aan.
VS 2-1
VS 2-2/35
VS 2-2
VS 2-2
7.3.4.2 Bijvulleiding
Als de automatische bijvulling met water niet aangesloten is, dan dient
de aansluiting van de bijvulleiding "WC" met een blindstop R ½ inch te
worden gesloten.
•
•
".
0
Variomat Touch — 09.2020 - Rev. A
zie hoofdstuk 8.2 "Schkelpunten Variomat" op pagina 17.
0,
Minimale werkdruk
Type
p
(bar)
0
≤ 3,5
> 3,5
Opmerking!
De watertemperatuur op het aansluitpunt van de
expansieleidingen moet tussen 0 °C en 70 °C zijn. Het gebruik
van voorgeschakelde vaten verhoogt niet het
toepassingsgebied. Door de doorstroming tijdens de ontgassing
zou de temperatuurbeveiliging niet kunnen worden
gegarandeerd.
Voorkom een storing van het apparaat door de bijvulling met
water handmatig te waarborgen.
Installeer minstens een vuilvanger "ST" met een
maaswijdte ≤ 0,25 mm dicht voor de bijvulmagneetklep.
–
Leg een korte leiding tussen de vuilvanger "ST" en de
bijvulmagneetklep.
Opmerking!
Gebruik een drukregelaar in de bijvulleiding "WC", indien de
statische druk boven 6 bar stijgt.
Opmerking!
Installeer de Reflex Fillset voor de bijvulleiding "WC" als het
drinkwaternet wordt gebruikt voor het bijvullen, zie
hoofdstuk 4.6 "Optionele uitrusting" op pagina 5.
•
Reflex bijvulsystemen, zoals de Reflex Fillset, zijn
ontworpen voor een bijvulcapaciteit < 1 m³/uur.
DN32
DN40
DN50
X
---
---
X
---
---
---
X
---
---
---
X