8.4.2
Vullen via het magneetventiel in de bijvulling
1.
Druk op de knop "Handbediening" om over te schakelen naar de
handmatige bedrijfsmodus.
2.
Druk zo lang op de desbetreffende knop "Bijvulklep WV" tot het
aangegeven vulniveau bereikt is.
–
Bij deze procedure het niveau permanent observeren.
–
Tijdens het alarm "Hoogwater" wordt de bijvulklep "WV"
automatisch gesloten.
8.5
Pomp ontluchten
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar
Ontsnappend heet medium kan brandwonden veroorzaken.
•
Houd een veilige afstand tot het ontsnappende medium.
•
Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
(handschoenen, veiligheidsbril).
Ontlucht de pomp "PU":
1
Pomp "PU"
2
Ontluchtingsschroef "AV"
3
Vuilvanger "ST"
•
Draai de ontluchtingsschroef (2) van de pomp (1) los en ontlucht
de pomp totdat water zonder luchtbellen uitstroomt.
•
Draai de ontluchtingsschroef (2) weer in en draai deze stevig vast.
•
Controleer de ontluchtingsschroef (2) op lekkage.
Opmerking!
Herhaal de ontluchting wanneer de pomp geen pompvermogen
genereert.
8.6
Parameters van de besturingseenheid instellen via het
gebruikersmenu
M.b.v. het gebruikersmenu kunnen installatiespecifieke waarden
opnieuw worden gecorrigeerd of opgevraagd. Tijdens de eerste
inbedrijfstelling moeten eerst de fabrieksinstellingen worden aangepast
aan de specifieke voorwaarden van de installatie.
–
Voor de aanpassing van de fabrieksinstellingen, zie hoofdstuk 10.3
"Instellingen in de besturing tot stand brengen" op pagina 21.
–
Voor informatie over de bediening van de besturing, zie
hoofdstuk 10.1 "Bediening van het bedieningspaneel" op
pagina 21.
8.7
Als die installatie met water gevuld en ontlucht van gassen is, kan
automatische bedrijfsmodus worden gestart.
•
9
9.1
Gebruik:
Na een succesvolle eerste ingebruikname
Start:
Druk op de knop "AUTO".
Functies:
•
•
•
•
•
•
Permanente ontgassing
Selecteer na de ingebruikname en reparaties aan de aangesloten
installatie het programma voor permanente ontgassing.
Tijdens een instelbare duur vindt een permanente ontgassing plaats.
Vrije en opgeloste gassen worden snel verwijderd.
•
•
•
Variomat Touch — 09.2020 - Rev. A
Automatische bedrijfsmodus starten
Druk op de knop "AUTO".
–
Bij de eerste inbedrijfstelling wordt automatisch de
permanente ontgassing geactiveerd om de resterende vrije
en opgeloste gassen uit de installatie te verwijderen. De duur
kan in het gebruikersmenu worden ingesteld, afhankelijk van
de installatie-omstandigheden. De standaard instelling is 12
uur. Nadat de permanente ontgassing voltooid is, schakelt de
installatie automatisch op intervalontgassing.
Opmerking!
De eerste inbedrijfstelling is op dit punt voltooid.
Opmerking!
Uiterlijk aan het einde van het interval voor permanente
ontgassing moet de vuilvanger "ST" in de ontgassingsleiding
"DC" worden schoongemaakt, zie hoofdstuk 11.1.1 "Vuilvanger
reinigen" op pagina 26.
Werking
Automatische bedrijfsmodus
De automatische modus is geschikt voor de continue werking van
het apparaat en de besturing bewaakt de volgende functies:
–
Druk houden
–
Expansievolume compenseren
–
Ontgassen
–
Automatisch bijvullen.
De pomp "PU" en de motorkogelkraan "PV1" van de
overstroomleiding worden geregeld door de besturing zodat de
druk bij een regeling van ± 0,2 bar constant blijft.
Storingen worden op het display weergegeven en beoordeeld.
Tijdens de instelbare ontgassingsduur blijft de motorkogelkraan
"PV1" van de overstroomleiding open en draait de pomp "PU".
Het installatiewater wordt d.m.v. het drukloze basisvat "VG"
ontspannen en daardoor ontgast.
Voor de automatische modus kunnen in het gebruikersmenu, zie
hoofdstuk 10.3.1 "Gebruikersmenu" op pagina 21, verschillende
ontgassingsprogramma's worden ingesteld. De weergave vindt
plaats op het display van de besturing.
Automatische start na voltooien van de startroutine bij de eerste
inbedrijfstelling.
De activering vindt plaats via het gebruikersmenu.
De ontgassingsduur is afhankelijk van de installatie en wordt via
het gebruikersmenu ingesteld.
Werking
Nederlands — 19