Inhoudsopgave
Advertenties
LET OP! Verwijder het elektrisch verwarmingselement voorzichtig
en zorg ervoor dat u de interne coating van het inspectieluik niet
bekrast. Forceer nooit de verwijdering. Vervang het elektrisch
verwarmingselement met magnesiumanode en zet deze vast,
waarbij ervoor wordt gezorgd dat de afdichting van de pakking
wordt hersteld en de staat ervan wordt gecontroleerd.
Vervangen Elektrisch verwarmingselement:
1. Zorg ervoor dat de warmtepompboiler is uitgeschakeld en dat de voedings-
kabel is los gekoppeld.
2. Zorg ervoor dat er geen water meer in de boiler zit.
3. Verwijder de kunststof afdekkap aan de voorzijde van de warmtepompboiler.
4. Ontkoppel de elektrische aansluitingen van de thermostaat en de aardedraad.
5. Verwijder de thermostaat van de flens.
6. Draad met dop/ steeksleutel 13mm de bouten M8 van de flens kruis-lings
los van de boiler.
7. Verwijder het elektrische verwarmingselement voorzichtig en zorg ervoor
dat u de interne coating niet bekrast. Om de passage door het inspectieluik-
te makkelijker te maken, draait u het verwarmingselement en drukt u met
uw vingers op de koperen leidingen om ze bij elkaar te duwen en plaats te
maken.
8. Het elektrische verwarmingselement is te vervangen door met inbussleu-
tel nr:4 de centrale schroef los van de flens los te draaien. Vervang de
pakking indien nodig (appart te bestellen).
9. Herhaal de handelingen in omgekeerde volgorde.
Cod. 1910000001187 - nv00
Vervangen magnesium anode:
1. Zorg ervoor dat de warmtepompboiler is uitgeschakeld en dat de voe-
dingskabel is los gekoppeld.
2. Zorg ervoor dat er voldoende water uit de boiler is getapt.
3. Verwijder de zwarte afdekdop aan de voorzijde van de warmtepompboiler.
4. De anodestaaf kan los gedraaid worden met (dop of steek sleutel 32mm).
5. Herhaal de handelingen in omgekeerde volgorde om het magnesium
anode terug te plaatsen.
7.9 Luchtaansluitingen
LET OP! De warmtepompboiler kan worden
voorzien van luchtkanalen.
Voer de installatie van luchtkanalen alsvolgt uit:
• Niet op de warmtepompboiler steunen.
• Zorg dat de kanalen gedemonteerd kunnen worden voor onderhoud.
• Voorkom te aller tijden kortsluiting tussen de luchtstromingen van de
aanzuig en afvoer van lucht.
• Voldoende bescherming om onopzettelijk binnendringen van materi-
alen in de warmtepompboiler te voorkomen.
LET OP! Gebruik geen externe roosters die kunnen leiden tot een hoge
drukval, zoals anti-insectenroosters. De gebruikte roosters moeten een
goede luchtdoorlaatbaarheid mogelijk maken.
De maximale statische druk in de kanalen incl. roosters en appendages mag
onder normaal luchtdebiet van de unit niet boven de (60 Pa) komen.
KANALEN/BUIZEN MET EEN DIAMETER VAN MINIMAAL 180 MM,
MOGEN DE TOTALE LENGTE VAN 8 METER (AAN- EN AFVOER OPGETELD)
NIET OVERSCHRIJDEN.
IN HET GEVAL ER 2 BOCHTEN 90
LENGTE NIET MEER DAN MAXIMAAL 4 METER BUIS BEDRAGEN.
Ter voorkoming van condensvorming wordt geadviseerd het afvoerkanaal
dampdicht uit te voeren. Om geluid en trillingen die door de muren kunnen wor-
den overgedragen te verminderen:
• Zorg voor de isolatie van trillingen als gevolg van openingen in de muur.
• Bevestig de kanalen bijvoorbeeld met beugels voorzien van een rubberinlagen.
De prestaties van de warmtepompboiler worden
berekend volgens de voorwaarden die zijn vastgelegd in
EU- verordening 812/2013 (bijlage VII, tabel 6, derde
kolom). Het product kan echter werken met aanvoer
luchttemperaturen tussen de -5°C en 43°C.
- 9 -
Nederlands
WORDEN TOEGEPAST, MAG DE TOTALE
0
Advertenties
Inhoudsopgave
