8 .3 .2
Algemeen diagram van de parameterinstellingen
Totaaldiagram van parameterinstellingen (volg het onderstaande schema om de parameters te bekijken, te wijzigen en in te stellen):
STAND-BY/RUN
0
Setpoint warmtepomp
1 ∆T
2
Setpoint elektr. element
3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, ... ,13
A. Temp. IN (sensor T2)
B. Temp. OUT (sensor T3)
C. Temp. Verdamper
D. Temp. Retourgas
E. Temp. Omgeving
F. Step expansieklep
10.4 Alarmen
Als er een fout optreedt of de beveiligingsmodus automatisch wordt
ingesteld, wordt de foutmelding weergegeven op het display van de
warmtepompboiler aan de hand van een knipperende indicator (rode
LED-lamp).
LET OP! Indien de werking van de beschreven alarmen
herhaaldelijk worden waargenomen door de gebruiker
dient de warmtepompboiler te worden uitgeschakeld en
dient contact te worden opgenomen met de installateur.
10 .4 .1
Tabel met alarmen
(zie de ALARMTABEL op de volgende pagina's)
Cod. 1910000001187 - nv00
Bekijk
de waarde
Bekijk
de waarde
Bekijk
de waarde
Bekijk
de waarde
Bekijk de waarde
Bekijk de waarde
Bekijk de waarde
Bekijk de waarde
Bekijk de waarde
Bekijk de waarde
- 19 -
Parameters die alleen worden gewijzigd kunnen
worden in de STAND-BY-modus
ELEC.
HEATING
ELEC.
HEATING
ELEC.
HEATING
ELEC.
HEATING
Nederlands
Bekijk de
waarde
Bekijk de
waarde
Bekijk de
waarde
Bekijk de
waarde