5.13 Instellen van de gemiddelde tijd (30 seconden is vooringesteld)
1. Druk eenmaal op de SETUP toets. Daarna selecteert u , met behulp van de UP en DOWN
toets, T". Het „ T" - symbool begint te knipperen. Bevestigen doet u met de ENTER- toets.
Wanneer u tweemaal op ENTER drukt kunt u de cijfers instellen. Het cijfer dat knippert, kunt
u , met behulp van de UP en DOWN toets, instellen.
2. Zodra u de instelling heeft afgerond drukt u op de SETUP toets en keert u terug naar het
hoofdmenu. Ook kunt u er voor kiezen om de volgende instelling te selecteren, of om met
behulp van ESC te beëindigen.
5.14 Opslaan van data (SAVE)
1. Druk eenmaal op de SAVE toets. De actuele stralingswaarde wordt automatisch opgeslagen.
In de opnamemodus kunt u elke twee minuten meetwaarden registreren. Hierbij kunt u tot
1000 bestanden opslaan (incl. real-time data, tijd, meetwaarde en meeteenheid). Wanneer
het geheugen vol is, worden automatisch de eerst opgeslagen waarden overschreven.
2. Door nogmaals op de SAVE toets te drukken verlaat u de data opslagmodus.
5.15 Data-overdracht via bluetooth (BT)
1. Druk eenmaal op de SETUP toets. Daarna selecteert u , met behulp van de UP en DOWN
toets, het „BT"-symbool. Het symbool knippert, en u kunt met ENTER bevestigen. „OFF" en
„ON" knipperen. Maak met behulp van de UP en DOWN toets uw keuze, en bevestig met
ENTER. Daarna drukt u op ENTER om te beëindigen. Het „BT"- symbool verschijnt op het
display.
2. Wanneer u tijdens de data-overdracht niet op de SAVE toets drukt geschiedt de data-
overdracht in real-time.
3. Indien u wel op de SAVE toets drukt wordt de gemeten data tijdens de overdracht
automatisch opgeslagen.
5.16 Vervangen van de batterijen
1. Druk op de "UP/Batterijstand" toets. De spanning van de batterijen wordt weergegeven.
Normaalgesproken ligt deze rond de 2.7 ... 3.7 V.
2. Druk op ESC om deze functie te verlaten.
3. Indien de batterijstand onder de 2.7 V ligt, wordt het knipperende batterijsymbool
weergegeven. In dit geval dient u de batterijen te vervangen.
4. Draai de schroef van het batterijvak los, aan de achterzijde van het apparaat en open het
batterijvak.
5. Vervang de batterijen voor nieuwe en sluit het batterijvak weer.
6. Het meetapparaat is weer klaar voor gebruik.
Let op: Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, schakelt het apparaat automatisch uit. De opgeslagen
data gaat verloren.
GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-RAM 10
11