Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
4
Klik op Verzenden.
5
Klik op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste naam heeft
vervangen.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellingen >
2
Selecteer een aangepaste naam en typ vervolgens een nieuwe aangepaste papiersoortnaam.
3
Druk op
.
4
Druk op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste naam heeft
vervangen.
Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Menu Papier >Aangepaste namen.
3
Typ een naam voor de papiersoort en klik op Verzenden.
4
Selecteer een aangepaste soort en controleer of de juiste papiersoort is gekoppeld aan de aangepaste naam.
Opmerking: Normaal papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker
worden gedefinieerd.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellingen >
2
Typ een naam voor de papiersoort en druk op
Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
>Menu Papier >
>Aangepaste namen
>Menu Papier >
>Aangepaste namen
.
61