Voor de bedieningsmethode raadpleegt u (Blz. 47).
Selectie van het scherpstelgebied z [AF Mode]
Submenu 2
Gezicht/iESP
Spot
AF-tracking
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader niet of niet onmiddellijk.
*1
*2
Als het kader rood knippert, kan de camera niet scherpstellen. Probeer
opnieuw scherp te stellen op het onderwerp.
Blijven scherpstellen op een bewegend onderwerp (AF Tracking)
1 Beweeg de camera tot het autofocusteken op het onderwerp is gericht en
druk op de knop A.
2 Wanneer de camera het onderwerp herkent, volgt het autofocusteken de
bewegingen van het onderwerp automatisch zodat er voortdurend op wordt
scherpgesteld.
3 Om de volgfunctie te annuleren, drukt u op de knop A.
• Afhankelijk van het onderwerp of de opnameomstandigheden, is het
mogelijk dat de camera de focus niet kan vergrendelen of er niet in slaagt
de bewegingen van het onderwerp te volgen.
• Als de camera er niet in slaagt de bewegingen van het onderwerp te volgen,
licht het autofocusteken rood op.
50 NL
50 NL
De camera stelt automatisch scherp. (Wanneer een gezicht
wordt gedetecteerd, wordt dit aangegeven met een wit kader
als de ontspanknop half wordt ingedrukt en de camera
scherpstelt, wordt het kader groen
gedetecteerd, kiest de camera een onderwerp in het kader
en stelt hij automatisch scherp.)
De camera stelt scherp op het onderwerp dat zich in het
autofocusteken bevindt.
De camera volgt automatisch de bewegingen van het onderwerp
zodat er voortdurend op wordt scherpgesteld.
Toepassing
. Als geen gezicht wordt
*2
;
*1