8.2.8 Andere instellingen in het menupunt Noodoproepinstellingen
Aanwijzing: Om de hier beschreven instelling te kunnen uitvoeren,
heeft u de telefooncode nodig. Deze is vooraf ingesteld: 1234
– Noodnummers:
Hier kunt u noodnummers opslaan, bewerken en wissen.
Zie hoofdstuk 8.1.2 »NOODNUMMERS OPSLAAN«
– Adres server nr:
Deze dataserver-service zet uw positiegegevens in geval van nood en bij het
handmatig opvragen om in een geldig adres. Hier kan het nummer van een
hulporganisatie (leiding voor gegevens) of het nummer van een adresserver
worden ingevoerd.
– Pre alarm:
Het pre alarm is een luid waarschuwingssignaal dat wordt afgespeeld
aan het begin van de noodoproepvolgorde, voordat het ingevoerde
noodnummer wordt gebeld. Wanneer het pre alarm op Uit wordt gezet,
wordt het noodnummer direct gebeld. Wanneer het pre alarm op Aan wordt
gezet, kan men de lengte van het pre alarm in seconden invoeren.
Aanwijzing: Het pre alarm is in een ernstige situatie bedoeld om door personen
die zich in de buurt bevinden, te worden opgemerkt. Zij kunnen dan direct hulp
bieden.
– Noodoproepsignaal: Hier kan het noodoproepsignaal worden in- of
uitgeschakeld. Wanneer het noodoproepsignaal wordt uitgeschakeld,
wordt het ingevoerde noodnummer direct zonder pre alarm en zonder
noodoproepsignaal gebeld.
Aanwijzing: Het uitschakelen van het noodoproepsignaal is alleen zinvol,
wanneer de noodknop niet wordt gebruikt om een noodoproep te versturen,
bijvoorbeeld als snelkiestoets.
V112-emporiaCAREplus-Manual-V4_54228-NED.indd 45
V112-emporiaCAREplus-Manual-V4_54228-NED.indd 45
45
27.01.14 10:05
27.01.14 10:05