Als u de kabel op de bougie laat zitten, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder de bougiekabel van de bougie alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie.
Motoroliepeil controleren
Controleer voordat u de maaimachine gaat gebruiken eerst
of het oliepeil tussen de Add (bijvullen)- en Full
(vol)-markeringen op de peilstok staat (Fig. 8). Als de olie
lager staat dan Add (bijvullen), moet u olie bijvullen. Zie
Het carter vullen met olie, blz. 8.
Onderkant van de maaikast
reinigen
Houd de onderkant van de maaikast goed schoon. Let
vooral op dat er geen vuil of rommel aan de uitstoters zit
(Fig. 20).
Figuur 20
1. Uitstoterplaat
Wassen
1. Plaats de maaimachine op een vlakke ondergrond in de
buurt van een waterslang.
2. Bevestig een snelkoppeling (los verkrijgbaar) aan het
uiteinde van de slang.
Voorzichtig
3. Til de achterklep omhoog en bevestig de snelkoppeling
aan de wasaansluiting van de maaimachine op de
fijnmaakafsluiter (Fig. 21).
1. Wasaansluiting
4. Draai de waterkraan helemaal open.
1
5. Start de motor.
6. Laat de maaimachine twee minuten lang draaien.
7. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
8. Draai de kraan weer dicht.
9. Verwijder de snelkoppeling van de wasaansluiting.
m-6334
10. Breng de maaimachine naar een droge plek en laat de
motor een minuut draaien om de maaimachine en
componenten te laten opdrogen.
11. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
Als er buitensporig veel gras is aangekoekt of opeen-
gehoopt aan de onderkant van het maaidek, moet u 30
minuten wachten en bovengenoemde stappen 2 tot en met
11 herhalen.
15
2
1
Figuur 21
2. Slang