Afbeelding 17
Druk op de rechterknop [21] – Het geselecteerde
pictogram wordt onder uit het display verwijderd.
Afbeelding 18
De geselecteerde parameter of functie is verdwenen
uit de balk met lasparameters [29]
Afbeelding 19
Beschrijving parameters en functies:
Gasvoorstroomtijd– tijd dat beschermgas
stroomt nadat de toortsknop ingedrukt werd
voordat de draad ingevoerd werd.
Regelbereik: van 0 seconden (UIT) naar 25 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus:
0,2s.
Standaardinstellingen voor synergetische modus:
Modus AUTO.
Nastroomtijd - de tijd dat het beschermgas
stroomt nadat het lassen is gestopt.
Regelbereik: van 0 seconden (UIT) naar
25 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus:
0,5s.
Standaardinstellingen voor synergetische modus:
Modus AUTO.
Nederlands
Afbrandvertragingstijd is de tijd dat het lassen
wordt voortgezet nadat de aanvoer van lasdraad
stopt. Hiermee wordt voorkomen dat de draad
vast komt te zitten in het lasbad en wordt het uiteinde van de
draad voorbereid op een nieuw te starten lasboog.
Regelbereik: van UIT tot 0,25 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus:
0,07s.
Standaardinstellingen voor synergetische modus:
Modus AUTO.
Instellingen Puntlassen – stelt de totale
lastijd in, zelfs als toortsknop nog steeds wordt
ingedrukt. Deze functie werkt niet in de 4-takt
toortsmodus.
Regelbereik: van 0 seconde (UIT) tot 120 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus: UIT.
Standaardinstellingen voor synergetische modus: UIT.
De Puntlastimer heeft geen effect in de 4-Takt toortsmodus.
Run-in WFS – stelt de draadaanvoersnelheid
in vanaf het moment dat de toortsknop wordt
ingedrukt totdat een boog tot stand is
gebracht.
Regelbereik:
van
(fabrieksinstelling is ingesteld op Auto-modus).
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus: UIT.
Standaardinstellingen voor synergetische modus:
Modus AUTO.
De startprocedure regelt de WFS (of waarde
in ampères) en de spanning (of Trim)
gedurende een gespecificeerde tijd bij het
begin van het lassen. Tijdens de starttijd zal de machine
omhoog of omlaag gaan van de startprocedure naar de
vooraf ingestelde lasprocedure.
Pas het tijdsbereik aan: van 0 seconden (UIT) naar
10 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus: UIT.
Standaardinstellingen voor synergetische modus:
Modus AUTO.
Kraterprocedure – regelt de WFS (of waarde
in ampère-eenheden) en volt (of trim) voor
een specifieke tijd aan het einde van het
lassen nadat de trekker werd losgelaten. Tijdens de
kratertijd zal de machine omhoog of omlaag gaan van de
lasprocedure naar de kraterprocedure.
Pas het tijdsbereik aan: van 0 seconden (UIT) naar
10 seconden.
Standaardinstellingen voor niet-synergetische modus: UIT.
Standaardinstellingen voor synergetische modus: UIT.
A/B Procedure – maakt snelle wijziging van
de lasprocedure mogelijk. De reekswijzigingen
kunnen optreden tussen:
Twee verschillende lasprogramma's.
Verschillende instellingen voor hetzelfde programma.
12
WAARSCHUWING
minimum
tot
150
Nederlands
in/min