Serie 5000 POSRV type 5046/5146/5066/5166
Handleiding voor installatie en onderhoud
3.2 Montage van de piloot (zie figuur 3)
Tijdens de montage moet het duidelijk zijn dat alle bewegende delen vrij en onbelemmerd over het
gehele traject kunnen bewegen.
3.2.1 Polijsten van de inlaatzitting
Plaats inlaatzitting (3) door inlaatnozzle (14). Breng een kleine hoeveelheid Hyprez
3L-diamantpolijst of equivalent aan op de kegelvormige oppervlakken van de
inlaatzittingen. Houd de inlaatnozzle in één hand en polijst de inlaatzitting met de
inlaatnozzle licht door de inlaatzitting op het oppervlak van de zitting van de inlaatnozzles
te draaien.
3.2.2 Reinig de inlaatzitting (3) en nozzle (14) door het polijstmiddel te verwijderen met gebruik
van Varsol gevolgd door Aceton. Veeg ze vervolgens af met een schone pluisvrije doek
of handdoek. Als het oppervlak van de zitting droog is, dient te worden gekeken of een
acceptabel afdichtingsoppervlak is verkregen. Een geschikt oppervlak is een donkergrijs
oppervlak waarop over het gehele polijstoppervlak geen krassen zichtbaar zijn.
3.2.3 Samenbouw van de inlaatzitting en de uitlaatzitting
Controleer zorgvuldig of de ene zijde van de uitlaatzitting (29) concaaf is en de andere
zijde plat is.
Plaats de inlaatzitting (3) door de inlaatnozzle (14). Schuif de houder van de uitlaatzitting
(4) op de inlaatzitting. Schuif de uitlaatzitting (29) met de vlakke zijde naar beneden
op de steel (5) van de uitlaatzitting. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 242 aan
op de schroefdraden van de inlaatzitting. Schroef de steel van de uitlaatzitting op de
inlaatzitting door de uitlaatzitting in de houder van de uitlaatzitting te duwen. Klem
de inlaatzitting, met gebruik van een 1/8" zeskantige sleutel op de bovenkant van de
inlaatzitting en de uitlaatsteel, op de uitlaatsteel. (Klem ze niet te strak op elkaar, want dit
kan leiden tot beschadiging van de onderdelen).
3.2.4 Plaats het zuigermanchet (28) met de opening van het manchet naar buiten gericht in
de sluitring van de uitlaat (7). Plaats de sluitring van de stop (8) in de opening van het
huis met de verhoogde zijde boven. Plaats o-ringafdichting (31) van het huis/de spoel in
de opening van het huis op de sluitring. Plaats de sluitring van de uitlaat in de opening
van het huis met de zuigermanchetten naar beneden gericht in de opening. Plaats de
uitlaatspoel (6) in de opening van het huis met het grotere open uiteinde naar beneden
gericht naast de sluitring van de uitlaat. Plaats een andere o-ringafdichting (31) van het
huis/de spoel in de opening.
3.2.5 Plaats steunring (16) in de dome spoel. Plaats de dome afdichting (18) vervolgens met de
opening naar boven op de steunring. Plaats de dome spoel met de dome afdichting naar
boven in de opening van het huis. Plaats de laatste o-ringafdichting (31) van het huis/de
spoel in de opening van het huis. Breng een dunne laag Fluorolube LG-160-olie of een
equivalent aan op de schroefdraden van de lager. Schroef lager (13) in het huis en haal
deze aan tot de spoel volledig is samengedrukt en het metaal met metaal in contact komt.
3.2.6 Plaats binnenveer (10) van de spoel op de inlaatzitting (3). Plaats buitenveer (9) van
de spoel over de binnenveer van de spoel op de inlaatzitting (3). Breng een kleine
hoeveelheid Loctite 242 aan op de schroefdraden van de inlaatnozzle (14). Schroef deze
op de zuigerverbinding (2) en haal deze aan waardoor de veren worden samengedrukt.
3.2.7 Monteer zorgvuldig zuigerafdichting (17) met de opening van de afdichtingen naar buiten
gericht in de groef van de zuiger (12). Plaats de zuiger (12) zorgvuldig in de zuigerplaat
(11). Breng een kleine hoeveelheid Loctite 242 aan op de schroefdraden van de
zuigerverbinding. Schroef de zuigerverbinding op de zuiger en haal deze aan met gebruik
van de platte sleuteldelen op beide onderdelen.
3.2.8 Alleen piloten zonder hefarm. (Zie figuur 3)
Plaats afdichting (32) van het huis/de zuigerplaat tussen deze onderdelen en geleid
uiterst zorgvuldig de steel van de uitlaatzitting (5) van de bovenste samenstelling door
het lager(13), afdichting (18) van de dome spoel en afdichting (28) van de sluitring van de
uitlaat. (Zorg ervoor dat het oppervlak van de zitting van de uitlaatnozzle (6) niet krast of
deukt). Zorg er ook voor dat de dome afdichting (18) niet beschadigt. Deze montage is
klaar als de uitlaatzitting in contact komt met de uitlaatnozzle. Klem met gebruik van de
tapbouten (30) de zuigerplaat op het huis (1). Plaats spanstift (33) in het plaatsbepalende
stiftgat dat zich in de buurt van de rand van de zuigerplaat bevindt.
3.2.9 Alleen piloten zonder hefarm. (Zie figuur 3)
3.2.9.1 Plaats veer (22) tussen de veerringen (23, 24). Breng een kleine hoeveelheid
Fluorolube LG-160 of een equivalent aan op de bovenkant van de veerring en
plaats deze op de zuiger. Breng de kap (19) omlaag over de veer met daarop
de veerring totdat de flens op de zuigeradapter rust, waarbij de stift in het
bijbehorende gat in de buitenrand van de kap grijpt. Breng een dunne laag
Fluorolube LG-160-olie of een equivalent aan op de buitenste schroefdraden van
het huis.
Wijzigingen voorbehouden
pag. 6