Serie 5000 POSRV type 5046/5146/5066/5166
Handleiding voor installatie en onderhoud
3.0 Onderhoud piloot (zie figuren 3 en 4)
3.1 Demontage
3.1.1 Leg voor een gemakkelijke montage alle verwijderde onderdelen geordend weg, zodat de
juiste onderdelen in de juiste volgorde kunnen worden gemonteerd. Zie de figuren 3 en 4
voor een beschrijving van de onderdelen.
3.1.2 (Alleen voor hefarm) Verwijder splitpen (42) en pen (41) van de hefarm, en verwijder
hefarm (40). Verwijder de afstelschroef (45) van de hendelsamenstelling en
hendelsamenstelling (27). Verwijder splitpen (44) uit de spilmoer (43) en verwijder de
spilmoer.
3.1.3 Verwijder borgmoer (26) en draai de stelmoer (25) volledig los. Verwijder de ringschroef
(21) van de kap en verwijder de ring (21) van de kap en de kap. Verwijder de ring van
de kap met gebruik van een 3/8-16 UNC-2A-bout en gebruik deze als een hendel of
kruissleutel. (Opmerking: let op dat de veer (22), veerringen (23) en hefstang (38) niet
vallen tijdens het verwijderen van de kap).
3.1.4 (Alleen voor hefarm) Schuif de spilbus (39) en hefstang (38) door de veerringen (24) en
veer (22).
3.1.5 Verwijder vier schroeven (30) van de zuigerplaat en verwijder de zuigerplaat (11) met
meetzuiger (12), zuigerafdichting (17), zuigerverbinding (2), inlaatzitting (3), inlaatnozzle
(14), houder (4) van de uitlaatzitting, uitlaatzitting (29), steel (5) van de uitlaatzitting
daaraan bevestigd. Verwijder afdichting (32) van het huis/de zuigerplaat en gooi die weg.
3.1.6 Verwijder lager (13) met gebruik van een zeskantige sleutel van 1/2".
3.1.7 Plaats de piloot op zijn kant en verwijder de 1/4" plug (34) uit de bodem van de afsluiter.
Tik met een 3/8" buis met afgeplat uiteinde en een hamer zorgvuldig door het gat
in de bodem en duw de o-ringafdichting (31) van de spoel/het huis, dome spoel (15),
o-ringafdichting (31) van het huis/de spoel, uitlaatnozzle (6), uitlaatring (7), steelafdichting
(28), o-ringafdichting (31) van het huis/de spoel en stopring (8) uit het huis. Gooi de
o-ringen (31) van de spoel/het huis en steelafdichting (28) weg.
Opmerking: als dome spoel (15) en uitlaatnozzle (6) moeilijk te scheiden zijn, plaats dan
de uitlaatnozzle in een bankschroef met zachte bekken. Houd een koperen stang met
afgeplat uiteinde naast de dome spoel en tik er zachtjes met een hamer op. Zorg ervoor
dat de onderdelen niet krassen of beschadigen.
3.1.8 Schroef de meetzuiger (12) uit de zuigerverbinding (2) door een steeksleutel op de
platte gedeelten op beide onderdelen te plaatsen (en gebruik, indien aanwezig, een
bankschroef met zachte bekken om de meetzuiger vast te klemmen). Gebruik een
op aceton gebaseerde oplossing om de Loctite 242-oplossing uit de schroefdraden
te verwijderen. Schuif de zuigerverbinding door de zuigerplaat (11). Houd de platte
gedeelten op de inlaatnozzle (14) en zuigerverbinding (2), schroef de zuigerverbinding van
de inlaatnozzle en verwijder binnenste veer (10) en buitenste veer (9).
WAARSCHUWING!
Verwijder zuigerafdichting (17) zorgvuldig van zuiger (12) om te voorkomen dat er krassen op het
afdichtingsoppervlak (I.D.) van zuiger (12) komen. Gooi zuigerafdichting (17) weg.
3.1.9 Plaats een 1/8" zeskantige sleutel in de bovenkant van inlaatzitting (3) en een andere 1/8"
zeskantige sleutel in de onderkant van de steel (5) van de uitlaatzitting en schroef deze
los. Scheid de houder van de uitlaatzitting (4) en de inlaatzitting (3). Neem uitlaatzitting
(29) uit houder (4) van de uitlaatzitting en gooi uitlaatzitting (29) weg. Gebruik een op
aceton gebaseerde oplossing om de Loctite 242-oplossing uit de schroefdraden te
verwijderen.
Wijzigingen voorbehouden
pag. 5