Montage
5.3.2
Kabelreserve
Om na de inrichting van het maaibereik het basis-
station nog te kunnen verplaatsen of het maaibe-
reik vergroten, kan het best op regelmatige afstan-
den een reservelengte in de begrenzingskabel wor-
den aangehouden. Haal daartoe de begrenzingska-
bel om een gazonnagel heen, ga terug om de kabel
rondom de vorige gazonnagel te halen en ga dan
weer verder zoals afgebeeld; zet de reservelengte
vast met een extra gazonnagel.
Kies het aantal kabelreservelengten naar eigen
goeddunken.
5.3.3
Correcte aanleg van de kabel
Bij het aanleggen van de begrenzingskabel in doorgangen moeten voor een probleemloos gebruik van
de Robolinho
3000 de in de tekening aangeduide minimumafstanden ten opzichte van obstakels worden
©
aangehouden, evenals de minimumbreedte voor doorgangen.
455 084_a
min. 15 cm
ca. 1 - 2 m
min. 15 cm
min. 30 cm
13