nl
3. Voorkom beschadigingen tijdens het maaien door er bij het aanleggen van de begrenzingskabel op te
letten dat deze overal strak aanligt tegen de grond.
4. Op plaatsen waar de begrenzingskabel niet strak tegen de grond ligt, moet deze met een extra gazon-
nagel worden vastgezet.
5.3
Begrenzingskabel aanleggen
LET OP!
Gevaar op beschadiging van de begrenzingskabel en verminderde functionaliteit van de
Robolinho
Voor een veilige werking moet de begrenzingskabel worden aangebracht zoals hieronder staps-
gewijs beschreven.
1. Controleer het te maaien oppervlak.
2. Verwijder molshopen, gevallen fruit en andere voorwerpen in het maaibereik die daar niet thuishoren
en maak eventuele kuilen dicht. Breng de begrenzingskabel aan rondom eventuele obstakels.
3. Leg de begrenzingskabels zo strak en stevig dat de maairobot de kabel niet zal meetrekken als deze
eroverheen rijdt.
4. Gazons met een grashoogte van meer dan8 cm kunnen door de Robolinho
gemaaid; deze moeten eerst worden voorgemaaid voordat de begrenzingskabel wordt gelegd.
5. Nadat de begrenzingskabel in het gazon is ingebracht, mag nabij de begrenzingskabel niet meer wor-
den geverticuteerd.
5.3.1
Aanlegmogelijkheden
De begrenzingskabel kan zowel op het gazon (1)
worden gelegd of kan 10 cm onder de grasnerf
(2) worden ingewerkt. Laat het inwerken onder de
grasnerf uitvoeren door uw dealer.
Zo nodig kunnen beide varianten ook gecombi-
neerd worden toegepast.
12
3000!
©
3000 niet worden
©
1
2
max. 10 cm
Draadloze grasmaaier
Robolinho
3000
©