Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderdelen; Veiligheidsvoorschriften; Uvv-Voorschriften Vbg 14 Lastplatforms - Böcker LMX 500 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikshandleiding voor ALU Montage Lift LMX / LHX

9 Onderdelen

Bij wisseling van onderdelen mogen slechts onderdelen gemonteerd worden welke voldoen
aan de norm die Böcker Nederland B.V. voorlegt. Elke afwijking in deze heeft invloed op de
afhandeling van garantiebepalingen, certificeringen en aansprakelijkheid, waarbij tevens het
goed functioneren van de montagelift in gevaar komt.
Tevens komen deze bepalingen in gevaar indien correcte ALU onderdelen door ondeskundig
personeel gemonteerd worden.
Het is in alle gevallen raadzaam contact op te nemen met Böcker Nederland B.V. om overleg
te plegen inzake onderdelen, montage en probleemstellingen.

10 Veiligheidsvoorschriften

Bij gebruik van de ALU-montageliften moeten de gebruiksaanwijzing en de voorschriften ter
voorkoming van ongevallen in acht worden genomen (Duitsland: 14 UVV lastplatforms).

10.1 UVV-voorschriften VBG 14 lastplatforms

Beveiliging tegen onbevoegd gebruik
§7. (1) door kracht aangedreven voortbewogen hefplatforms moet op een makkelijk
bereikbare plaats een vast ingebouwde voorziening hebben, waarmee het hefplatform na
uitbedrijfneming tegen onbevoegd gebruik kan worden beveiligd.
Draagmiddelen
§ 20. (1) Als draagmiddelen mogen alleen maar stalen kabels, stalen schakelkettingen,
zuigers
met
cilinders,
spindels,
draagmoeren
of
tandstangen
voorhanden
zijn.
Draagmiddelen uit kunststof zijn niet toegestaan.
(2) Staaldraad moet verzinkt zijn en uit minstens 114 afzonderlijke draden bestaan. De
stevigheid van de afzonderlijke draad moet minstens 1570N/mm² bedragen en mag
2000N/mm² niet overschrijden. Als kabelverbindingen mogen alleen maar splitsen,
vergiethulzen, aluminium pershulzen, kabelsloten of keileindklemmen worden gebruikt.
Kabelsloten moeten gemaakt zijn met een ingelegde kabelkous.
Bijkomende vereisten voor mechanische aandrijfinstallaties
§22. (1- kabeltrommels van door kracht aangedreven lieren moeten zo uitgerust zijn, dat de
kabel niet op de trommel kan ingewikkeld raken. Wanneer het verwikkeld raken van de kabel
o de trommel niet betrouwbaar kan worden verhinderd, mogen de kabels op de trommel
maar eenlagig worden gewikkeld. In de laagste positie van het lasthefmiddel moeten er nog
minstens twee kabelomslagen op de trommel aanwezig zijn.
15
105000023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lhx 330Lhx 500

Inhoudsopgave