N
Knoptoewijzingen kunnen ook worden geselecteerd
met behulp van
FUNCTIE-INS. (Fn).
ALLEEN AE-VERGRENDELING, ALLEEN
AF-VERGRENDELING, AE/AF-VERGRENDELING en
AF-AAN kan niet worden toegewezen aan de aanraak-
functieknoppen (T-Fn1 via T-Fn4).
AF-AAN
Als AF-AAN is geselecteerd, kunt u de toets indrukken
in plaats van de ontspanknop halverwege ingedrukt te
houden.
MODELING FLASH
Als MODELING FLASH is geselecteerd wanneer er een
compatibele fl itser-eenheid is bevestigd, kunt u op de
knop drukken om de fl its te testen en om te controle-
ren op schaduwen en dergelijke (modeling fl ash).
TTL-VERGRENDELING
Als TTL-VERGRENDELING is geselecteerd, kunt u op
de toets voor het vergrendelen van fl itsoutput volgens
de optie geselecteerd voor
MODUS TTL VERGRENDELEN drukken (
D
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN >
F FLITSINSTELLINGEN >
De Fn-knopppen (Functie)
P
166).
9
255