ISO
Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan.
Optie
Optie
AUTO1
AUTO2
AUTO3
12800–200
H (25600/51200),
L (100/125/160)
N
De gevoeligheid wordt niet gereset wanneer de camera
6
wordt uitgezet.
Gevoeligheid kan niet worden aangepast wanneer de
automodusselectiehendel naar AUTO wordt gedraaid.
Wanneer AAN wordt geselecteerd voor
SCHIJFINSTELLINGEN > INST. ISO COMMANDOSCHIJF, kan
gevoeligheid worden aangepast door op het midden van de
voorste commando te drukken om gevoeligheid te selecteren
en vervolgens de schrijf te draaien om een instelling te kiezen.
Gevoeligheid aanpassen
Hoge waarden kunnen worden gebruikt om beelden minder
wazig te maken als er weinig verlichting is, terwijl lagere waar-
den zorgen voor langere sluitertijden of een wijdere opening
van het diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels kunnen
verschijnen in foto's met een hoge gevoeligheid.
158
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast als
reactie op de opname-omstandigheden. Kies de
basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale
sluitertijd voor AUTO1, AUTO2 en AUTO3.
Pas gevoeligheid handmatig aan. Geselecteerde waar-
de wordt in het scherm weergegeven.
Kies voor bijzondere situaties. Merk op dat vlekken
kunnen verschijnen in foto's genomen bij H, terwijl L
het dynamisch bereik vermindert.
Beschrijving
Beschrijving
D
TOETS-/