11 Bij storing
Storingscode
Omschrijving
Geen water in de ketel of pomp draait niet:
De waterdruk en/of het waterpeil zijn te laag:
Controleer de waterdruk van de CV-installatie
Controleer op eventuele waterlekkages
Geen doorstroming:
Controleer de werking van de circulatiepomp van de CV-ketel. Steek een schroevendraaier in de gleuf van
de as van de circulatiepomp en draai de as meerdere malen van rechts naar links
Controleer de bedrading van de circulatiepomp
Te veel lucht: ontlucht de ketel wanneer de pomp uitgeschakeld is
Verkeerde pompbekabeling: controleer de elektrische aansluitingen
Luchtkasttemperatuur te hoog:
Rookgaslekkage: neem contact op met de fabrikant
Warmteterugwinunit:
Controleer de aansluiting van de warmteterugwineenheid in verband met de parameter
Sensor niet of slecht aangesloten:
Controleer aansluiting sensoren
Controleer de bedrading
Bedradingsfout:
Controleer aansluiting sensoren
Controleer de bedrading
Automaat defect: vervang de besturingsautomaat
Smeltbeveiliging van de warmtewisselaar is aangesproken:
De waterdruk en/of het waterpeil zijn te laag:
Controleer de waterdruk van de CV-installatie
Controleer op eventuele waterlekkages
Controleer stekker en bekabeling van de smeltbeveiliging van de warmtewisselaar, en meet door
Vervang warmtewisselaar wanneer een afwijking wordt geconstateerd
Geen doorstroming:
Controleer de werking van de circulatiepomp van de CV-ketel. Steek een schroevendraaier in de gleuf
van de as van de circulatiepomp en draai de as meerdere malen van rechts naar links
Controleer de bedrading van de circulatiepomp
Controleer stekker en bekabeling van de smeltbeveiliging van de warmtewisselaar, en meet door
Vervang warmtewisselaar wanneer een afwijking wordt geconstateerd
Te veel lucht:
Ontlucht de ketel wanneer de pomp uitgeschakeld is
Controleer stekker en bekabeling van de smeltbeveiliging van de warmtewisselaar, en meet door
Vervang warmtewisselaar wanneer een afwijking wordt geconstateerd
Thermische beveiliging is aangesproken:
Rookgaslekkage:
Controleer stekker en bekabeling van de smeltbeveiliging van de warmtewisselaar, en meet door
Indien de thermische beveiliging is aangesproken, neem contact op met de fabrikant
Grenzen van de parameters:
Parameterinstellingen zijn niet juist: terug naar de fabrieksinstellingen
Grenzen van de parameters:
Parameterinstellingen zijn niet juist: terug naar de fabrieksinstellingen
Grenzen van de parameters:
Parameterinstellingen zijn niet juist: vervang de besturingsautomaat
(1) Plaats de (nieuwe) sensoren maximaal 40 mm onder de warmtewisselaar.
11.2
Storingsgeheugen
66
Het bedieningspaneel heeft een storingsgeheugen waarin de laatste 16
storingen en hun gegevens worden opgeslagen.
119665 - v.13 - 24072020