6.3
Wateraansluitingen
Afb.24
Aansluiten verwarmingscircuit
1
4
119665 - v.13 - 24072020
6.3.1
Doorspoelen van de installatie
Voordat een nieuwe ketel op een bestaande of nieuwe installatie kan
worden aangesloten, moet de gehele installatie grondig worden gereinigd
en doorgespoeld. Dit is van essentieel belang. Hierdoor worden resten
van het installeren (lasslakken, fitmiddelen, etc.) en opgehoopt vuil (slib,
slijk etc.) verwijderd.
Belangrijk
Spoel de installatie door met minimaal 3 keer de systeeminhoud
van de installatie.
Spoel de sanitairleidingen door met minimaal 20 keer de inhoud
van de leidingen.
6.3.2
Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de ketel begrenst het maximale
temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van het water en de
maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur. Hierdoor is de ketel
nagenoeg ongevoelig voor te kleine waterdoorstroming.
Houd in alle gevallen een minimale waterdoorstroming van 0,1 m
Voor meer informatie, zie
Aansluiten van het expansievat, pagina 30
6.3.3
Aansluiten van het verwarmingscircuit
1. Verwijder de stofdoppen van de aansluiting retour CV
aanvoer CV
2. Monteer de ingaande leiding voor CV-water op de aansluiting retour
CV.
3. Monteer voor het vullen en het aftappen van de ketel een vul- en
aftapkraan in de installatie.
4. Monteer de uitgaande leiding voor CV-water op de aansluiting
aanvoer CV.
5. Monteer het overdrukventiel (minimaal ½") in de aanvoer CV-leiding.
Plaats het overdrukventiel bij voorkeur binnen 0,5 m, maar niet verder
2
dan 4,0 m van de ketel.
3
AD-0000580-01
onder aan de ketel.
Belangrijk
Monteer in de aanvoer CV-leiding en de retour CV-leiding
een serviceafsluiter, voor het uitvoeren van
servicewerkzaamheden.
Het is raadzaam om in de retour CV-leiding een
manometer te monteren met behulp van een T-stuk.
Opgelet
Gebruik W1⅛" - 14F voor de CV-zijdige knelmoeren.
Bij gebruik van flexibele CV-leidingen moet een CV-zijdig
filter geplaatst worden, zowel in de aanvoerleiding als in
de retourleiding. De filters moeten periodiek gereinigd
worden.
Plaats, bij montage van serviceafsluiters, de vul- en
aftapkraan, het expansievat en de manometer tussen de
afsluiter en de ketel.
6 Installatie
3
/h aan.
en
29