4 Montage en installatie opdak
3
4.
Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3).
5.
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (4).
4.2.1.4 Type stokschroef monteren
1
1.
Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 11)
2.
Boor op de desbetreffende plaats een gat in de dakpan
(1).
3.
Draai de stokschroef door de dakpan aan het dakspant
vast (2).
4.
Plaats de middelste moer zodanig dat na het opsteken
van het bovenste dakankerdeel het voorste oplegbereik
tegen de dakbedekking aanligt (3). Let hierbij op de cor-
recte positie van het bovenste, middelste en onderste
dakanker.
14
4
3
4
5
5.
Positioneer het dakanker op de middelste moer (4).
6.
Schroef de tweede moer erop en draai deze vast (5).
–
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 17
7.
Snijd de draadstang direct boven de moer af (6).
8.
Ontbraam het snijpunt.
4.2.2
Collectoren monteren
n
4.2.2.1
Veldschikking naast elkaar
Gevaar!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door het vallen van een collector!
Een collector kan bij ondeskundige bevesti-
ging vallen.
▶
Trek de klemelementen vast.
▶
Controleer de reglementaire spanning
door aan de klemklauwen te schudden.
▶
Als een klemklauw bewogen kan worden,
draai dan de moer vast.
1.
Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende
hoofdstukken aangegeven.
Aanwijzing
Montagerails en klemelementen kunnen niet
tegelijk bewogen worden.
Montagerails monteren
2.
Bevestig de bovenste en onderste montagerail voor de
eerste collector met de klemelementen aan de dakan-
kers ((1) en (2)).
Montagehandleiding auroTHERM, auroTHERM plus 0020100569_03
6
1
2