1. Display toont de UITGANG-modus.
Uitgangs-
0.0 A
0 %
0.0 Hz
stroom
Koppel
0.0 Hz
O U T PU T
R EM
2. Stel de bedieningsmodus in op lokaal door
/2&
de toets
ingedrukt te houden totdat
5(027(
"
" wordt weergegeven. Na
LOKALE BEDIENING
het loslaten van de toets verschijnt de tekst
op het display.
LOC
0.0 A
0.0 Hz
0 %
0.0 Hz
O U T P U T
L O C
3. De volgende ACS 400-parameters moeten
worden ingesteld:
9901
TAAL
9905
M NOM SPANNING
9906
M NOM STROOM
9907
M NOM FREQ
9908
M NOM TOERENTAL
9909
NOM VERMOGEN
9910
MOTOR COS PHI
4. Instructies voor het instellen
van de parameters:
De motor is nu bedrijfsklaar.
Druk op de START/STOP-toets om de motor aan te zetten.
Opmerking! Controleer of de motor in de gewenste draai-
richting draait, voordat u het toerental van de motor verhoogt.
Het instellen van de toerental-referentie:
•Druk op
om de referentie te verhogen.
•Druk op
om de referentie te verlagen.
Druk op
om de motor te stoppen.
Opmerking! Schakel de netvoeding altijd uit voordat u aan de ACS 400 of motor gaat werken.
11
•Druk op
0(18
Referentie-
aanduiding MENU verschijnt.
frequentie
Uitgangsfrequentie
•Druk op
(17(5
te selecteren.
•Selecteer de parameter met
(17(5
•Druk op
selecteren.
•Verander de waarde met
•Druk op
(17(5
leggen.
5. Druk tweemaal op
opstartparameters om terug te keren naar het
UITGANG-display.
6. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor
meer informatie.
12
13
om het menu weer te geven. De
99 ST AR T -U P D A T A
M E N U
LO C
om de opstartgegevensgroep (99)
9901 LANG U A GE
ENGLISH
L O C
M E N U
of
.
om de parameterinstelmodus te
9901 T AAL
NEDERLANDS
L O C
of
.
om de nieuwe waarde vast te
na het instellen van alle
0(18
vooruit
achteruit