Plaats de kap terug:
1. Haak eerst de uiteinden aan de onderkant
vast.
2. Klik de klemlip op zijn plaats.
3. Plaats het bedieningspaneel terug indien
aanwezig.
STOP!
ZORG ervoor dat het starten van de motor geen gevaar kan opleveren. als het
aangedreven werktuig schade kan oplopen bij een onjuiste draairichting van de
motor wordt het aanbevolen om het aangedreven werktuig los te koppelen voordat u
de eerste start gaat uitvoeren.
ZONDER BEDIENINGSPANEEL:
Opmerking! De aandrijving kan starten wanneer de
netvoeding is ingeschakeld.
Voor analoge toerentalreferentie sluit u een
potentiometer (2-10 kΩ) aan op de aansluitklemmen
1-4.
Standaardinstelling voor AI1 is spanning.
De nominale waarden van de motor zijn standaard
400(230) V en 50 Hz en 1440 rpm.
Activeer de digitale ingang DI 1 om de aandrijving te
starten.
De digitale ingang DI 2 is standaard gedeactiveerd
bij een draairichting vooruit. Activeer DI 2 voor de
draairichting achteruit.
Schakel de voedingsspanning in.
Opmerking! Raadpleeg de gebruikershandleiding van de ACS 400 voor meer informatie over I/O-
instellingen.
MET BEDIENINGSPANEEL:
Ga verder met stap 11.
8
9
10
I/O-BESTURINGSAANSLUITINGEN (X1)
KABELAARDE
INSTELLEN TOERENTAL
POTENTIOMETER
/
START
STOP
DRAAIRICHTING
T8S
6D
6BI9
W
6D!
6BI9
6P
6BI9
!#Ã W
98PH
9D
9D!
9D"
9D#
9D$
98PH!