OmniSTAR 8300HP gebruikershandleiding
Aansluiting van kabels
Kabels moeten correct worden aangesloten voor een optimaal functionerend
systeem. Let hierbij op het volgende:
•
Leg geen L-band ontvanger antennekabel in de buurt van de
bekabeling van enig ander radiosysteem. Dit kan interferentie tussen
beide systemen veroorzaken. Houdt, waar mogelijk, een afstand van
tenminste 30cm aan.
•
Als kabels zich kruisen, zorg er voor, dat dit gebeurt onder een hoek
van 90°. Dit minimaliseert de kans op interferentie.
•
Gebruik zoveel mogelijk unieke I/O conrectoren en kabels, zodat
deze alleen passen op aansluitingen waar ze bij horen.
•
Voorkom dat kabels langs hoogvermogen bekabeling en andere
bronnen met een hoog stoorniveau lopen. Dit kan interferentie
veroorzaken
•
Laat kabels niet kinken of scherp buigen zodat deze beschadigen
waardoor het systeem niet meer werkt.
•
Controleer
na
vastgebonden en ver weg bevestigd is van andere besturingskabels,
brandstofleidingen, hydraulische leidingen of bewegende delen.
•
Rol kabels niet kleiner op dan op een rol met een straal van 150mm.
•
Voorkom, dat kabels worden blootgesteld aan hoge temperaturen
(bijv. uitlaatsystemen).
Versie 1.3 NL, 11/03
installatie
of
overtollige
kabel
opgerold,
8