4.3 Plaatsing
De afbeelding toont de aanbevolen afstand tot wanden en/of andere machines.
C
A
D=C+B
Y = Voor inbouwmachines wordt aanbevolen dat het muurgedeelte Y een afwerkstuk is dat verwijderd kan worden. In dit geval kunnen E en F 0
A
5–500 mm (Min. 5 mm)
B
500 mm (Min. 200 mm)
C
Diepte van de machine
D
D = C + B (Min. 1220 mm om de machine te kunnen gebruiken)
E
Min. 20 mm
F
Min. 25,4 mm (De afdekking erboven kan gebruikt worden om de ruimte boven de machine dicht te maken. Min. vereiste ruimte: 0 mm)
Let op:
De machine moet zo worden geplaatst dat er voldoende ruimte is voor het uitvoeren van werkzaamheden
door zowel de gebruiker als onderhoudspersoneel.
Wanneer de gegeven aanbevelingen in acht worden genomen, kan er gemakkelijk toegang worden verkregen voor
onderhouds- en servicehandelingen.
In het geval van ruimtegebrek is het mogelijk om de machines te installeren zonder de aanbevelingen in acht te ne-
men. Denk er in dat geval aan dat het nodig kan zijn om andere machines los te koppelen en te verplaatsen om de
betreffende machine te kunnen bereiken en onderhoud te verrichten.
Installatiehandleiding
B
A
1
2 = Zijaanzicht van inbouwmachine
1= Bovenaanzicht
zijn
Y
E
F
2
13
fig.X00959A