Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Knoppen En Indicatoren; Installatie; Batterijen Opladen; Waarschuwing - ZOLL Base PowerCharger 1X1 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding voor ZOLL Base PowerCharger

Knoppen en indicatoren

De ZOLL Base PowerCharger
oplaadcyclus automatisch de capaciteit van de batterij. Op de
ZOLL Base PowerCharger
het indicatorlampje BATT.KLAAR branden zodra de batterij
volledig is opgeladen. Bij volledig opgeladen batterijen met
onvoldoende capaciteit gaat het indicatorlampje FOUT
branden. Zie de bedieningshandleiding bij Serie M-apparaten
voor meer informatie over de levensduur van batterijen. Met
AutoTest duurt de volledige oplaadcyclus acht uur of minder
voor de PD 4410/Smart Battery en vijftien uur of minder voor
de XL Smart Battery.
De ZOLL Base PowerCharger
geen informatie over de capaciteit van de batterij, omdat dit
apparaat niet bij elke oplaadcyclus de capaciteit test. Bij de
ZOLL Base PowerCharger
gebruiker regelmatig handmatig de testcyclus starten om na
te gaan of de capaciteit van de batterij nog voldoet. Hiervoor
geldt een aanbevolen interval (zie De batterij handmatig
testen). Op de ZOLL Base PowerCharger
QuickCharge gaat het indicatorlampje BATT. KLAAR
branden zodra de batterij volledig is opgeladen. De volledige
oplaadcyclus duurt vier uur of minder voor de PD 4410/Smart
Battery en acht uur of minder voor de XL Smart Battery.
1. VOEDING
Brandt als de Base PowerCharger
stroomvoerend wisselstroomnet en het apparaat gereed is
voor opladen en/of testen.
2. OPLADER AAN
Brandt als er een batterij in het oplaad-/testcompartiment is
geplaatst en de test- of oplaadcyclus wordt uitgevoerd.
Brandt samen met indicatorlampje TEST... tijdens AutoTest
en het opladen van de batterij.
3. BATT. KLAAR
AutoTest
Brandt aan het eind van een test- of oplaadcyclus om aan te
geven dat de batterij tot 100% van de beschikbare
capaciteit is opgeladen en gereed is voor gebruik.
Geeft aan dat de capaciteitstest voor het
batterijcompartiment of de batterij zonder problemen is
voltooid.
QuickCharge
Brandt aan het eind van een oplaadcyclus om aan te geven
dat de batterij tot 100% van de beschikbare capaciteit is
opgeladen en gereed is voor gebruik.
Bij het apparaat met QuickCharge geeft het indicatorlampje
BATT. KLAAR NIET aan wat de resterende levensduur van
de batterij is.
4. FOUT
Brandt samen met het indicatorlampje TEST... als de
capaciteitstest van de batterij is mislukt. Brandt ook bij een
fout in het batterijcompartiment of enige andere fout.
8
met AutoTest test bij elke
1x1
met AutoTest gaat bovendien
1x1
met QuickCharge biedt
1x1
met QuickCharge moet de
1x1
met
1x1
is aangesloten op een
1x1
1x1
5. TEST...
Brandt als de testcyclus voor de capaciteit van de batterij
wordt uitgevoerd, of als de test voor het batterijcomparti-
ment is voltooid.
Brandt samen met het indicatorlampje BATT. KLAAR
(alleen bij handmatige test) om aan te geven dat de batterij
volledig is opgeladen.
Brandt samen met het indicatorlampje FOUT om aan te
geven dat de capaciteitstest van een batterij is mislukt.
Brandt samen met het indicatorlampje OPLADER AAN
tijdens AutoTest en het opladen van de batterij.
6. De knop TEST
Hiermee start u de testcyclus van de batterij of het
batterijcompartiment. Met de testcyclus voor de capaciteit
wordt de batterij automatisch opgeladen, ontladen en
opnieuw opgeladen.
Wanneer u op de knop TEST drukt terwijl er een batterij
in het batterijcompartiment is geplaatst, wordt er een
capaciteitstest uitgevoerd. Wanneer u op de knop TEST
drukt terwijl het batterijcompartiment leeg is, wordt er een
compartimenttest uitgevoerd.

Installatie

Plaats de Base PowerCharger
oppervlak. Houd rondom minimaal 10 centimeter vrij zodat
de hitte die vrijkomt bij het opladen of testen van batterijen
kan worden afgevoerd. Plaats nooit voorwerpen op of onder
het apparaat, zoals dekens of andere textielsoorten.
Hierdoor kunnen de ventilatiegaten van het apparaat
worden geblokkeerd, zodat de hitte die bij het bedienen
van het apparaat vrijkomt niet goed kan worden afgevoerd.
U zet het apparaat aan door het ene eind van het netsnoer
in de voeding aan de achterkant te steken en het andere
eind in een stroomvoerend wisselstroomnet.

Batterijen opladen

Waarschuwing

Als u een volledig opgeladen batterij plaatst in de
Base PowerCharger
1x1
NIET ingeschakeld. Enkele minuten nadat u de bat-
terij in de oplader hebt geplaatst, gaat het indicator-
lampje BATT. KLAAR branden. Omdat AutoTest niet
is uitgevoerd, kan het zijn dat de levensduur van de
batterij korter is dan verwacht. Zie voor informatie
over het testen van een volledig opgeladen batterij
de paragraaf De batterij handmatig testen.
Bij AutoTest wordt de test- en oplaadcyclus automatisch
gestart zodra u de batterij op de juiste wijze in het comparti-
ment plaatst. Bij QuickCharge wordt dan alleen de oplaad-
cyclus gestart.
Batterijen opladen:
1. Controleer of het apparaat is aangesloten op een
stroomvoerend wisselstroomnet. Het indicatorlampje
VOEDING moet branden.
op een stabiel vast
1x1
met AutoTest, wordt AutoTest

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave