B
A
Afb. 5: Schema werkwijze luchtontvochtiger
A: Vochtige omgevingslucht binnen
4
Montage
Plaatsing van het apparaat
Voor een optimaal economisch verantwoord en
veilig bedrijf van het apparaat dienen de volgende
aanwijzingen absoluut in acht te worden genomen:
n
De apparaten moeten stabiel en horizontaal
worden opgesteld zodat een ongehinderde
afvoer van condens is gegarandeerd
n
Het apparaat moet dusdanig worden opge-
hangen resp. opgesteld, dat de lucht ongehin-
derd kan worden aangezogen en kan worden
uitgeblazen
n
De apparaten mogen niet in de directe omge-
ving van verwarmingselementen of andere
warmtebronnen worden opgesteld
n
De ruimte die gedroogd of ontvochtigd moet
worden, dient afgesloten te zijn van de ruimte
daarbuiten
n
Er wordt een betere luchtcirculatie bereikt, als
de apparaten op een hoogte van ca. 1 m
worden opgesteld
n
Open ramen, deuren, enz. en het herhaald
betreden en verlaten van de ruimte dient
zoveel mogelijk te worden vermeden
B
A
B: Ontvochtigde omgevingslucht binnen
n
Worden de apparaten in een stoffige omgeving
ingezet, dan moeten overeenkomstig de betref-
fende omstandigheden bijzondere, aangepaste
verzorgings- en onderhoudsmaatregelen
worden uitgevoerd
n
De prestaties van het apparaat zijn volledig
afhankelijk van de ruimtelijke omstandigheden,
ruimtetemperatuur, relatieve luchtvochtigheid
en het navolgen van de aanwijzingen voor de
opstelling
n
De apparaten mogen niet worden gebruikt in
sterke stof- /resp. chloorhoudende omgeving of
in stallen met ammoniakhoudende atmosfeer
n
De afstand tussen het apparaat en het plafond
moet minstens 1 m bedragen
n
De afstand tussen het apparaat en de vloer
moet minstens 0,1 m bedragen
n
Voor servicewerkzaamheden moet tussen de
wanden en de apparaatzijden een minimumaf-
stand van 1 meter in acht worden genomen
AANWIJZINGEN:
–
Houd de ramen en deuren gesloten!
–
Houd afstand van radiatoren of andere
warmtebronnen.
13