6
Inbedrijfstelling
De aanzuig- en uitblaasroosters moeten voor
iedere inbedrijfstelling of in overeenstemming met
de vereisten ter plaatse op vuil worden gecontro-
leerd.
AANWIJZING!
Vervuilde roosters en filters dienen direct te
worden gereinigd resp. vervangen.
Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstel-
ling
n
Alle verlengingen van de elektrische aanslui-
ting moeten een voldoende draaddoorsnede
hebben en mogen alleen volledig uit- resp.
afgerold worden gebruikt.
n
De netkabel niet gebruiken als treksnoer.
n
De apparaten werken na inschakeling volauto-
matisch tot het bereiken van de gewenste
luchtvochtigheid.
n
De condensleiding moet conform de voor-
schriften worden geïnstalleerd.
n
De apparaten zijn ter voorkoming van com-
pressorschade voorzien van een beveiliging
tegen opnieuw inschakelen, die voorkomt dat
de compressor na uitschakeling direct weer
ingeschakeld kan worden
De compressor schakelt pas weer in na een
wachttijd van ca. 3 minuten!
AANWIJZING!
Bij ruimtetemperaturen in de ruimte lager dan
15 °C en/of een relatieve luchtvochtigheid lager
dan 40% is een economisch verantwoord
gebruik van het apparaat niet meer gewaar-
borgd.
Start van het apparaat
Start het apparaat als volgt:
1.
Steek de voedingsstekker van het apparaat
in een correct geïnstalleerd en beveiligd
stopcontact (220-240V/50 Hz).
Wanneer u de luchtontvochtiger op het elek-
triciteitsnet aansluit, is het apparaat uitge-
schakeld (geen bedrijf). Het systeem start
gedurende ca. 30 seconden tot het display
"0%" in de rechterbovenhoek wordt weerge-
geven.
2.
Druk op de toets "AAN / UIT".
Het display schakelt zich in en geeft de
actuele luchtvochtigheid alsook de tempera-
tuur in de ruimte weer. Met de pijltoetsen kan
de gewenste luchtvochtigheid worden inge-
steld. Eerst wordt de ventilator ingeschakeld
en lineair opgevoerd naar het gewenste toe-
rental. De compressor start na ca. 2 minuten
en wordt ook lineair opgevoerd naar het
gewenste toerental.
Weer opstarten na stroomuitval:
Wanneer de stroom uitvalt of de voedingsstekker
er tijdens bedrijf uitgetrokken wordt, is het appa-
raat uitgeschakeld. Bij het opnieuw inschakelen
van het apparaat of wanneer de stekker er weer
ingestoken wordt, start het apparaat automatisch
weer op.
WAARSCHUWING!
Om schade aan de compressor te vermijden,
mag het apparaat uitsluitend via het apparaat-
display worden uitgeschakeld. De loskoppeling
van het elektriciteitsnetwerk moet pas na het
uitschakelen en de stilstand van de compressor
en ventilator worden uitgevoerd. Ook de bestu-
ring via externe schakelapparaten (resp. tijd-
schakelklokken of netwerkcontactdozen) is ver-
boden.
15