NL/BE
4.2.3 Uitmondingen:
Controleer of de door u gewenste uitmonding voldoet aan de lokale
installatienormen aangaande hinder, goede werking en verdunning van de
rookgassen (zie ook "veiligheidsaanwijzingen voor de installateur",
hoofdstuk 2). Enige belangrijke eisen voor een goede werking zijn:
De gevelafvoer moet tenminste 0,5 m verwijderd zijn van:
hoeken van het gebouw;
dakoversteken;
balkons en dergelijke, tenzij de afvoer doorloopt tot aan de
voorzijde van het overstekend deel;
De dakdoorvoer bovendaks moet tenminste 0,5 m verwijderd zijn van
dakranden, met uitzondering van de nokrand.
4.2.4 Bestaande schoorsteen:
Het is mogelijk om van een bestaande schoorsteen gebruik te maken,
indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
•
Minimale doorlaat 150 mm, vierkant;
•
De schoorsteen moet in goede staat zijn. Dus geen lekkage en zeer
goed gereinigd;
•
Gebruik de speciaal hiervoor bestemde verkorte dakdoorvoer en
schoorsteenaansluit-set;
•
De hartafstand tussen 2 uitmondingen bovendaks moet minimaal 45 cm
zijn;
•
Voor de rookgasafvoer goedgekeurde flexibele RVS pijp, ø 100 mm,
gebruiken.
12
<
<
<
<