NL/BE
6 Afleveringscontrole
6.1
Controle werking waakvlam
Druk in en draai de bedieningsknop A (zie fig. 21) van positie
1)
linksom naar positie
springt over. Houd de knop enige tijd ingedrukt zodat lucht uit de
leiding kan ontsnappen;
Draai de knop terug in de startpositie en herhaal enige keren
2)
bovenstaande handeling totdat de waakvlam ontsteekt;
Houd de knop na ontsteken nog ongeveer 10 seconden ingedrukt;
3)
Laat de knop los en controleer of de waakvlam blijft branden.
4)
6.2
Controle werking hoofdbrander
Draai knop B maximaal rechtsom;
1)
Draai knop A linksom tot positie
2)
Draai knop B maximaal linksom. De brander zal nu ontsteken en
3)
maximaal gaan branden. Controleer alle verbindingen en meetnippels
op gaslekkage met lekspray of gasdetector;
Controleer de ontsteking van de hoofdbrander op vol- en kleinstand
4)
(de ontsteking moet vlot en rustig verlopen);
Draai knop B maximaal rechtsom. De brander gaat uit;
5)
Draai knop A terug naar positie . De waakvlam gaat uit.
6)
26
<
<
<
<
(kleine vlam). U hoort dan één tik en een vonk
(grote vlam);
Fig. 21